Zwartgeblakerd

Ik ben in het droevige bezit van totaal onderontwikkelde smaakpapillen. Voor mij is alles één pot nat. Ook als het te consumeren spul droog is.
Een kroket van snackbar ‘de vette hap’ smaakt me net zo prima als eentje van vijfsterrenrestaurant ‘de ultieme smaakbeleving’.
Hetzelfde heb ik met pudding, bier, krieltjes, cola, slavinken en worstenbroodjes. Doe mij maar de goedkoopste. Dure merken zijn aan mij niet besteed. Ik proef geen verschil. Dieptriest, maar het is niet anders.

Waarom ik – behept met deze onvolkomenheid – dan toch verschillende nicotinesapjes voor mijn nieuwe damphobby meende te moeten aanschaffen, is me dan ook een raadsel. Ik heb al een aardig apotheekje bij elkaar gesprokkeld. Tabakssmaak, dropsmaak, vanillesmaak, aardbeiensmaak.
En dan blijk ik ineens toch over een functionerende smaakpapil te beschikken. Als koffieliefhebber – zeg maar zwaar verslaafde caffeïnejunk – meende ik dat de liquid met cappuccinosmaak het summum van dampgenot moest zijn. Tot ik het eerste dampwolkje langs mijn huig richting longen zoog. Alsof ik een stuk zwartgeblakerd hout naar binnen aan het werken was.
Al proestend en hoestend, danste ik van opwinding. Want hoe walgelijk het geïnhaleerde ook was: ik genoot intens van het feit dat ik toch over enige smaak bleek te beschikken.

Na deze heilzame ervaring stapte ik weer dapper en vrolijk over op mijn eerste simpele tabakachtige vloeistofje. Goed is goed. Als ik maar nicotine binnen krijg. Als ik maar lekker kan genieten van het nieuwe dampen. Als ik maar van de tabak af kan blijven. Geen vuile gordijnen, kuchen, brandgevaar, gore as of gele vingers meer. Wel rare blikken soms van mensen die me bezig zien met mijn e-sigaret die eruitziet als een dwarsfluit. Maar wat mensen vinden was al nooit mijn belangrijkste drijfveer.

En zo ben ik al weer een maand zo goed als rookvrij. Tot mijn eigen verbazing eigenlijk. Als ik zin zou hebben in een ‘echte’ peuk zou ik er gewoon eentje roken, had ik me voorgenomen. De druk om nóóit meer te roken, wilde ik mezelf niet opleggen.
De afgelopen weken heb ik er nog een stuk of zes, zeven gerookt. Ik denk dat gisteren de laatste geweest is. Het naar binnen zuigen van rook uit zelfgerolde exemplaartjes verschaft me geen enkel genot meer.
Ik ben om. Ik ben een damper.

9 gedachten over “Zwartgeblakerd”

Reacties zijn gesloten.