In mijn romantische periode, die duurde van augustus 1988 tot mei 1992, bracht ik regelmatig een bosje bloemen voor mijn vrouw mee. Tot haar misnoegen moet ze nu alweer ruim dertig jaar zelf zorgdragen voor verse aanvoer. Gelukkig voor haar brengen mensen die bij ons op bezoek komen ook vaak een boeketje mee.
De twee dames, die tien minuten eerder dan de afgesproken tijd aanbelden, vergaf ik de vroege aankomst meteen toen ik de bloemen zag die één van hen in de rechterhand had. Mijn vrouw was verrukt. De vrouwen met de meegebrachte bloemen waren oud-collega’s van me. Ik was precies een jaar geleden met pensioen gegaan, maar hun vriendelijke verzoek om net vandaag langs te mogen komen, was volgens mij puur toeval.
Tijdens het bezoek realiseerde ik me weer wat een geweldige collega’s ik gehad had. Ik was na vijfenveertig jaar werken begonnen aan mijn nieuwe leven op een manier die geen schoonheidsprijs verdiende. Ik had met geen van mijn voormalige collega’s nog contact gezocht. Dit onverwachte, aangename bezoek schudde me wakker. Een lastig eerste pensioenjaar is nog geen mislukt pensioenleven. Nadat het tweetal na enkele uren vertrok omdat het laatste pak Senseo soldaat was gemaakt, nam ik me voor om toch nog maar iets van de komende dertig jaar te maken.
Om te beginnen besloot ik mijn drie paar schoenen – zwart, blauw en bruin – eens goed te poetsen. Dat was er toch wel een beetje bij ingeschoten het laatste jaar. Ik heb ook een groot tekort aan sokken waar ik zonder schoenen aan fatsoenlijk mee voor de dag kan komen. Bij de meeste exemplaren waar een L op geborduurd staat, zit bij mijn grote teen namelijk een flink gat. Waarschijnlijk komt dat omdat mijn linkervoet een stuk langer is dan mijn rechtervoet. Dat verklaart mogelijk ook waarom mijn linkervoet bij het wandelen na een kwartier weer naar huis wil. Ik ga als de wiedeweerga nieuwe sokken in huis halen als ik erachter ben waar je die kunt kopen. Als ik dan toch lekker bezig ben, probeer ik ook meteen maar wat ruimer zittende linkerschoenen op de kop te tikken.
Op advies van de dames van de gekregen bloemen ga ik binnenkort iets ondernemen waar ik voor in de wieg gelegd schijn te zijn. Omdat ze nog altijd zwaar onder de indruk waren van het feit dat ik altijd naar mijn werk fietste en ik, gezien het weer in Nederland, dus enorm van water moest houden, leek hen diepzeeduiken wel iets voor me. Omdat ik inderdaad graag naar de zee ga, besloot ik dat die activiteit als eerste op het programma moest komen staan.
Mijn vrouw stond klaar om even naar het centrum te wandelen.
‘Kan ik nog iets voor je meebrengen?’, vroeg ze.
‘Doe maar vijf linkersokken en een zwembroek’, zei ik.
Ze keek me verbouwereerd aan.
‘Wat is er mis met vijf linkersokken?’, wierp ik haar toe.
‘Er is helemaal niets mis met vijf linkersokken, maar misschien wel met je geheugen.’
‘Pardon?’
‘Je kunt niet zwemmen.’