4953 vrienden, 2874 vrienden, 985 vrienden en 781 vrienden. Zomaar wat aantallen die ik voorbij zie flitsen als ik weer wat op facebook rondhang. Ik voel een steek van jaloezie. Ik heb 144 facebookvrienden. Twaalf dozijn. In dozijnen klinkt het nog veel minder. Daar kun je niet mee thuiskomen tegenwoordig. Allemaal wel vrienden die mij uitgenodigd hebben. Dat scheelt natuurlijk. Zelf durf ik dat uitnodigen niet. Geen mens die op me zit te wachten, denk ik altijd.
Het is zo meteen tijd om de klok te gaan verzetten. De wintertijd komt eraan. Daarom ben ik nog op. Ik moet nog even wachten voor het drie uur is. De hond nog maar even uitlaten dan om de tijd de doden.
Maar Elyn heeft de dag al afgesloten. Ze ligt muisstil in haar mandje.
“Ga je nog even mee vriend?”, roep ik. Ik kom uit Brabant en daar is een teefje gewoon een hij. Geen vriendin maar een vriend.
Bij het woord vriend vliegt ze overeind, komt kwispelend naar me toe en likt over mijn linkervoet. Ze trekt een smerig gezicht.
Beter één vriend die aan je voet likt dan 2575 vrienden op facebook denk ik dan. Ik glimlach.
“Pak je riem jongen”, zeg ik tegen de hond.
“Die is gek”, denkt ze, “ik werk ’s nachts niet meer.” Ze sjokt terug naar de mand en is binnen vijftien seconden weer onder zeil.
Van je beste vriend moet je het maar hebben. Ik wacht wel met mijn 144 facebookvrienden tot het drie uur wordt.
Om tien minuten voor drie voel ik een likje over mijn rechtervoet.
Elyn kijkt me met een schuine kop aan.
“Brave jongen”, zeg ik en neem haar mee naar buiten.
Om me een plezier te doen perst ze er een minuscuul plasje uit.
Om drie uur lig ik in bed. Mijn vrouw wordt wakker.
“Wat ben je laat”, klinkt het slaapdronken.
“Valt wel mee”, zeg ik, “het is pas twee uur.”