Wandelkostuum

Als een op hol geslagen paard kwam ze op me af gedenderd. Ze zwaaide vervaarlijk met een voorwerp dat aan een koord hing. Ik stond als aan de grond genageld.
Er kwam een spervuur van woorden uit haar mond: “Dankzij jou ben ik ook aan het dampen, helemaal van de sigaret af, blij man, niet normaal meer, wat een uitvinding, dit had ik eerder moeten weten”. Het ding aan het koord was een damper begreep ik inmiddels. Ze ratelde door in superlatieven.
Mijn oren konden de stortvloed aan woorden amper bijbenen.
Bij de eerste keer dat ze naar lucht moest happen, greep ik mijn kans. “Top, super, magnifiek, grote klasse, grandioos gedaan”, gooide ik eruit want ik heb ook zo mijn verbale momenten.
Na het woordgekletter lieten we rustig alle voordelen van het dampen en de nadelen van het roken de revue passeren. En passant informeerde ik naar het draagkoord waaraan haar damper nu kalmpjes bungelde.

Ik heb namelijk een fiks probleem. Eén dat urgent gaat worden op het moment dat de buitentemperatuur het punt bereikt waarop ik mijn winterjas uit zal moeten laten. Als ik mijn handen voor andere doeleinden nodig heb dan het dampen, moet ik die damper natuurlijk ergens laten.
Mijn broekzak is geen optie en overhemden met borstzakjes heb ik niet. De winterjas in kwestie die ik in 2009 voor een prikje bij de V&D kocht, heeft een perfect buitenvakje met een soepel lopend ritsje. Helemaal geknipt voor mijn damper. En dus loop ik begin mei nog steeds met die zware jas de hond uit te laten. Soms kan ik de temperatuur nog prima hebben maar er zijn al dagen geweest dat ik zweette als een otter.

Mijn interesse voor het koordje nam dus toe. Na het een tijdje bekeken te hebben, kwam ik tot de pijnlijke conclusie dat zo’n draagkoord bij een jonge vent van tegen de zestig behoorlijk lullig zou staan.
Als grote fan van Rawhide, Bonanza, High Chaparral en Little House on the Prairie kreeg ik op dat moment een geniale inval.
Op zolder thuis moest nog ergens een wild-west-outfitje liggen. Ik nam een halve snipperdag, fietste op huis aan en vond na lang zoeken mijn sheriffster, het bijpassend lederen (nou ja, plastic) jackje en het attribuut dat me uit de brand ging helpen.
Na een uurtje knutselwerk pasten mijn beide dampers perfect in de holster van mijn stoere cowboyriem. Ik kon de straat op. Zonder problemen zou ik in mijn handen kunnen klappen of me aan een rekstok omhoog kunnen trekken. De dampers zouden stevig blijven zitten.

Het viel me al snel op dat de mensen in de straat en in het park me aanstaarden als ik de hond uitliet.
Ach, ik kon dat wel begrijpen: ze waren het niet meer gewend om me te zien lopen zonder winterjas.

Ananas

Ananas

Verslavingsgevoelig

Pyjama

Zwartgeblakerd

Zwartgeblakerd