Driehonderd min één

Volgende week zou het na zes jaar eindelijk zover zijn: het driehonderdste stukje op mijn website. Nummer tweehonderd negenennegentig wilde ik lekker overslaan. Een weekje rust en dan meteen doorstomen van tweehonderd achtennegentig naar driehonderd. Het bleek niet zo simpel om zomaar een nummer weg te moffelen. Daar was ik mooi klaar mee, nét nu ik helemaal geen zin had om iets te schrijven. Ik had nog iets meer dan drie uur voor het middernacht was.

Ik besloot om naar de oude begraafplaats te wandelen waar me, zittend op het bankje onder een prachtige boom, wel een oplossing te binnen zou schieten. Maar hoe ik mijn hersenen ook pijnigde: nummer 299 kon met geen mogelijkheid ongeschreven blijven. Ik kon alleen maar hopen dat er snel nog iets voor zou vallen dat het vermelden waard was. Ik had er echter een zwaar hoofd in toen ik het kerkhof verliet en aangeslagen op huis aan stiefelde. Ik had nog precies drie uur voor het middernacht was.

Er kwam een jonge vrouw in een uitdagende outfit met een viervoetertje aan haar zij op me afgelopen. Ze zag me, bracht haar hoofd schuin naar beneden en richtte het woord tot haar hondje dat net iets groter uitgevallen was dan een marmot. ‘Kijk eens wat een knapperd daar aankomt’, zei ze sensueel. Mijn dag kon niet meer stuk ondanks mijn geworstel met nummer driehonderd min één. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet behoorlijk bloosde.

Van achteren werd ik precies op dat moment ingehaald door een man die ook een hond aan de riem had. Een joekel van een beest dat net iets kleiner was dan een Afrikaanse olifant. Ik ben snel van begrip en mijn zeepbel spatte uit elkaar. De opmerking van de dame in het kekke zomerjurkje was bedoeld voor deze stoere hond. Een seconde na mijn besef van de harde waarheid vloog de marmot van de vrouw keffend op de olifant van de man af. ‘Foei, Boris’, zei de vrouw. Erg gemeend klonk het niet.

Het werd midden op straat geen bloedbad. De olifant bleek een zachtzinnige lobbes. Hij schudde rustig met zijn kop. Precies zoals zijn baas zijn hoofd ook enkele keren van links naar rechts bewoog. Zonder ook maar een enkel geluid te maken, liepen ze stoïcijns door. Marmot Boris richtte zijn agressie bij gebrek aan beter nu op mij. Ik riep boe en stak daarna mijn tong uit. De vrouw slingerde een drieletterig scheldwoord naar mijn hoofd dat met een l begon. Ik had nog iets minder dan drie uur voor het middernacht was.

20 gedachten over “Driehonderd min één”

  1. Tja…. ik leef met je mee, zo’n grote hond had natuurlijk korte metten moeten maken met grote marmot, maar begrijpt zo’n beest de noden van een wanhopig man! Een bloedbad is wat je nodig hebt omeen indrukwekkend logje 299 te maken. , Eigenlijk adviseer ik je ; “schrijf maar gewoon aléén maar logjes 299!

      • Vooruit, dat sta ik goedgunstig toe. Over de rol van die driehonderdste geef ik je in overweging die niet als eindpunt te benoemen, een nieuw begin misschien;-) (nee hoor, ik dring niet aan)

    • Dank je Marianne. Het driehonderdste ben ik na die hoosbui (80 mm regen en een ondergelopen garage) nu aan het schrijven. Dat stukje wordt een stuk minder geweldig weet ik nu al.

Reacties zijn gesloten.