Waar blijft de ziel?

Dimitri Verhulst en Herman Brusselmans zouden het iets banaler verwoorden, maar ik blijf maar netjes door op te merken dat ik op weg naar huis een sterke aandrang voelde om overtollig water te lozen. De blaas stond op springen zogezegd.
Mijn plaskeuze viel op een bekend warenhuis omdat daar sinds kort de fraai gerenoveerde boekenafdeling een ongekende aantrekkingskracht op me uitoefende. Na het wateren, zou ik op mijn gemak nog even langs de aanlokkelijke schappen kunnen struinen. Boeken kopen had ik weliswaar zo goed als afgezworen maar er af en toe lekker aan voelen en ruiken, had ik nog steeds niet op willen geven.

Omdat ik voorzag dat ik behoorlijk snel te werk zou moeten gaan om ongelukken te voorkomen, trok ik op de roltrap mijn portemonnee al. Met X-benen strompelde ik de plasgelegenheid binnen. De redding was nabij.
Ondanks mijn wat ongemakkelijke pose sloeg ik bijna achterover toen er een onbekende tekst opdoemde. Waar voorheen nog een kort maar krachtig “€,050” te lezen was geweest, werd ik nu verwelkomd met de prachtige volzin: ‘Voor bezoekers is het toiletgebruik gratis’.
Nadat ik met grote opluchting datgene bewerkstelligd had waarvoor ik mij zo in alle bochten gewrongen had, ging ik op zoek naar ‘Waar blijft de ziel?’ van Bert Keizer. Het door mij zo begeerde essay van de maand van de filosofie werd voor het schappelijke prijsje van € 4,95 aangeboden, wist ik. Omdat ik met mijn gratis geplas een onverwacht voordeel had genoten, vond ik dat de aanschaf wel gerechtvaardigd was.

‘Waar zou mijn eigen ziel rust vinden als ik mijn laatste boek heb dichtgeslagen?’, vroeg ik me halverwege de thuisrit filosofisch af. Vermoedelijk tussen al mijn boeken in mijn biebje thuis. Niet alleen mijn ziel zou daar te vinden zijn maar zonder enige twijfel ook mijn zaligheid.