Hoewel mijn biebje, door een te lang uitgestelde opknapbeurt, momenteel schier ondoordringbaar is, heb ik ze toch kunnen tellen. Het zijn er drieënveertig. Vanaf mijn vierentwintigste zorg ik er steevast voor dat ik tijdens de Boekenweek het gratis boekje bemachtig. Ik ben al net zo lang verknocht aan het Boekenweekgeschenk als aan mijn vrouw. Dit jaar dreigde er een schrikbarend hiaat in mijn verzameling te ontstaan.
Ons dorp is sinds april van vorig jaar, na jaren van gemis, weer een prachtige boekhandel rijk, maar het was me door al het werk in mijn eigen biebje totaal ontgaan dat het Boekenweek was. Tot ik midden in de nacht wakker schoot. Ik ben te laat, ze zijn natuurlijk al op schoot het door mijn hoofd. Om half zes stond ik naast mijn bed. Bang dat het Boekenweekgeschenk dit jaar aan mijn neus voorbij zou gaan, stuurde ik om vijf over half zes een berichtje. Readshop De Boekenwaerd wist me te behoeden voor een geestelijke inzinking. De reactie kwam al voordat de winkel openging: ‘Mies, geen stress, ik hou er eentje apart voor je.’
Het geschenkboekje ‘Gezinsverpakking’ van de familie Chabot ligt hier nu op de salontafel naast drie vers aangeschafte boeken. Die uitbundige aankoop kwam niet door het winnen van een vette prijs, hoewel ik vind dat ik onderhand wel eens aan de beurt zou moeten zijn. Ik speel verdorie al tientallen jaren mee met de Staatsloterij, de Vriendenloterij en de Postcodeloterij, maar veel verder dan een onsmakelijke chocoladereep en vier te scherpe vleesmessen ben ik nooit gekomen.
Dat ik uit de ban kon springen door drie boeken te kopen, was te danken aan mijn vrouw. Mijn wederhelft heeft veel voor de medemens over. Zo geeft ze al jarenlang elke week gymles aan een groepje niet meer zo piepjonge dames. Elk jaar krijgt ze van hen een cadeaubon die ze dan stiekem wegstopt. Ik had het stapeltje bonnen, toen ik op zoek was naar een balpen die het wel deed, toevallig in een bureaulaatje ontdekt.
‘Ik ga even naar de boekhandel’ zei ik zo nonchalant mogelijk. ‘Heb je zin om mee te gaan?’
‘Dat heb je me nog nooit gevraagd.’
‘Sorry, dat vergeet ik steeds, maar ik vind het reuzegezellig om samen te gaan.’
‘Ach, wat aardig van je. Dat ik dat na drieënveertig jaar nog mee mag maken.’
‘Ik heb trouwens twee boeken op het oog. Misschien wil je er zelf ook wel één’.
‘Je verbaast me opnieuw, maar daar zeg ik geen nee tegen’.
‘Het zou wel een uitkomst zijn als we toevallig ergens nog wat cadeaubonnen hadden liggen.’
De drie aanwinsten grotendeels gefinancierd door een zwikje cadeaubonnen ter waarde van 50 euro:
‘In de mist van Golden Gate Park’ van Murat Isik.
Met ‘Wees onzichtbaar’ won Murat Isik in 2018 de Libris Literatuur Prijs.
‘Momo en de tijdspaarders’ van Michael Ende.
Een jeugdboek voor het eerst verschenen in 1973. In 1979 schreef Michael Ende het geweldige ‘Het oneindige verhaal’ (‘The Neverending Story’) dat ook verfilmd werd.
‘Het raadsel van de geest’ van Bert Keizer.
Van Bert Keizer, die ook arts en filosoof is, las ik eerder het essay ‘Waar blijft de ziel?’ en zijn prikkelende boek ‘Tumult bij de uitgang’.