Valentijnsdag en de liefde

Op Valentijnsdag gaan zelfs hondenharten sneller kloppen. Magic was behoorlijk nerveus voor haar eerste date met Prince. Hij was per slot van rekening niet de eerste de beste. Haar zenuwachtigheid was niet nodig geweest want Prince bleek een charmeur eerste klas te zijn. Ook zonder rozen en gedimd kaarslicht werd het een innig samenzijn. Prince heeft ‘Still got the blues’ in zijn kennelnaam en dat demonstreerde hij met verve.

Over en weekje of drie zal blijken of het bedrijven van de hondenliefde op Valentijnsdag nieuw leven voort gaat brengen. Ik pak een rekenmachientje, tel wat getallen bij elkaar op en kom uit op mijn verjaardag. Het zou toch schitterend zijn als we op 15 juni, na Silver, Laska en Elyn, een vierde Schotse collie mogen verwelkomen. De naam van de pup gaat wel een splijtzwam worden in onze, uit twee personen bestaande, tot op heden hechte gemeenschap.

De strijd gaat hard tegen hard. In de ban van de ring van Tolkien tegenover de muziek van Dr. Hook.
‘Arwen? Daar luistert geen hond naar.’
‘Carrie klinkt als een specerijenmengsel.’
‘Tom Bombadil? Hoe verzin je het.’
‘Sylvia’s Mother wil je als hond echt niet heten.’
‘Van Bilbo gaan mijn haren overeind staan.’
‘Lucy Jordan zijn twee namen.’
‘Gandalf!’
‘Jesse.’
‘Aragorn.’
‘Baby.’
‘Baby?’
‘Ja, van Baby makes her blue jeans talk.’
‘Die hond gaan we toch geen spijkerbroek laten dragen hè?’
Ik besef dat ik mijn hand overspeeld heb. Ik haal de zakdoek uit mijn broekzak die een paar weken geleden nog voor een witte vlag door kon gaan en zwaai er als overgave mee.
Met een zwoel uitgesproken ‘Oh, my darling Valentine’, probeer ik de lucht te klaren.
‘Het is Clémentine en geen Válentine!’
Ik haal diep adem en zing uit volle borst:
Oh my darling, oh my darling. Oh my darling, Clementine,
You were lost and gone forever, dreadful sorrow, Clementine.

‘Wat dacht je dus van Freddy als naam voor de hond?’
‘Hoezo dat nu weer?’
‘Omdat dat liedje gezongen werd door Freddy Quinn.’
‘Ik word hier zo moe van.’
‘Ga dan lekker slapen.’
Voordat ze de huiskamer uitloopt, valt de voorlaatste naam van de avond. ‘Tolkientje’, hoor ik haar vermoeid uitbrengen.
Ik glimlach omdat ik weer het laatste woord heb. ‘Hookie’, roep ik.