Typemachine

Ik kreeg de typemachine van mijn ouders toen ik in 1968 naar de brugklas ging. Het was een modern apparaat met een lint waarmee je, naast zwarte, ook rode letters, cijfers en tekens op papier kon krijgen. Ik meende een typemachine niet nodig hebben, maar ik kon maar beter voorbereid zijn, vonden mijn ouders. Zes jaar later zou ik er mijn scriptie over de Franse Revolutie op tikken. Dat ik er een vette onvoldoende voor kreeg, lag niet aan de typemachine.

Nog jaren na mijn eindexamen gebruikte ik het herriemakende apparaat voor alles wat er op papier een beetje leesbaar uit moest zien. Totdat computers en printers ergens in de jaren tachtig hun opwachting maakten en ik mijn typemachine ondankbaar aan de kant schoof. Toen ik haar in de zomer van 1994 nog een keer nodig had, was ze foetsie. Ik vermoedde waar ze moest zijn en toog naar mijn ouderlijk huis om te gaan zoeken. Ik kreeg d’r niet gevonden. Mijn ouders gokten erop dat ze er misschien iemand blij mee gemaakt hadden.

Eens in de vijf jaar krijgt mijn vrouw het op haar heupen. Dan is het weer de hoogste tijd om alle niet meer gebruikte, te veel plek innemende apparaten en vazen naar de kringloopwinkel te transporteren. Ik mag haar dan van dienst zijn door alles in de auto te proppen, achter het stuur te kruipen en de handel drie kilometer verderop weer uit te laden.
Mijn vrouw weet dat ik niet blij sta te springen om na het dumpen van dit soort spullen ook nog even het koopgedeelte te bezoeken. Omdat ik even niet oplette, wist ze me toch naar binnen te wurmen.

‘Kijk daar nou toch’, riep ik enthousiast op de afdeling met boeken, schrijfbenodigdheden en muziekinstrumenten. Ik wees naar een bijna vierkant zwart geval voor ons.
“Ik zie alleen iets wat op een oude, kleine koffer lijkt’, zei mijn vrouw.
‘Let dan maar eens goed op.’
Ik tilde het deksel omhoog en er werd een oogstrelende typemachine zichtbaar. Mijn typemachine! Ze stond op een prachtige rode ondergrond. Ook de binnenkant van het deksel was vorstelijk bekleed met rood stof dat op fluweel leek.
‘Mooi hè?’, bracht ik uit. ‘Die heb ik gekregen toen ik twaalf was. Zesenvijftig jaar oud is ze en nog zo goed als nieuw. Ik was er altijd erg zuinig op. Ik herkende haar direct aan het deksel. Ze heet Erika.’
‘Hoe weet je zo ongelofelijk zeker dat dit jouw Erika van vroeger is? Er moeten duizenden en duizenden van die typemachines vermomd als koffers gemaakt zijn. Staat je naam er soms op?’
‘Goed dat je dat vraagt. Die staat op de zijkant.’

Ik draaide de typemachine een kwartslag, maar er was geen naam te bekennen. Ik had me weer mee laten slepen en liet de typemachine gedesillusioneerd staan waar ze stond. Toen ik verder liep, zag ik op een plank een klein, rechthoekig doosje liggen.
‘Mijn oude mondharmonica’, gilde ik.
Mijn vrouw zuchtte eens diep.

Televisie

Televisie

Nieuwe kleerkast

Nieuwe kleerkast

Slimme meters

Slimme meters

Geschreven :

Cursiefje : Typemachine

Rubriek : Thuishaven

Onderwerp : Aankopen