Ik had niet op zitten letten en het was, zonder dat ik het in de gaten had, winter geworden. Ik merkte het eigenlijk pas toen er twee ijspegels aan mijn neus groeiden terwijl ik vrolijk fluitend naar mijn werk fietste. Het vervelende jaarlijkse klusje duldde geen enkel uitstel meer. Mijn vrouw heeft er een hekel aan om in alle vroegte autoruiten van een ijslaag te ontdoen. Ik mocht aan de slag om in de schuur, die tijdens extreme kou ook als garage dienst doet, drie meter en zesennegentig centimeter ruimte vrij te maken voor onze gelukkig niet al te grote bolide.
Er stond weer een gigantische hoop zooi in de weg. Hoe het kan dat er zoveel rommel die ruimte binnendringt, is me elke winter weer een raadsel. Een oude damesfiets was deze keer de meest in het oog springende boosdoener. Mijn vrouw zit goed in de vervoermiddelen en beschikt sinds kort, naast een verse auto, ook over een nieuwe tweewieler. Haar twintig jaar oude, inmiddels werkeloze Batavus zag er nog prima genoeg uit om de nabijgelegen kringloopwinkel mee te verblijden. Ze waren bij de kringloopwinkel merkbaar enthousiast over de nieuwe aanwinst, want we kregen allebei een muntje voor een kop koffie toen we het vehikel overdroegen. We besloten, na de in dank aanvaarde consumptie, om even bij de boeken kijken, want we waren per slot van rekening toch binnen. Kijken, dacht ik, alléén kijken. Niks kopen, zéker niks kopen. We hebben geen vierkante centimeter in huis meer over voor nog meer boeken.
‘Kijk eens’, riep mijn vrouw iets te vrolijk na anderhalve minuut. Ik probeerde mijn ogen snel dicht te doen want ik wilde het zien noch weten. Helaas was ik een fractie te laat. Ik zag de gebonden versie van Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman door het spleetje van mijn linkeroog in haar rechterhand. Dat kon ik niet over mijn kant laten gaan. Ik ging stampvoetend op speurtocht en vond tamelijk snel De vertraging van Tim Krabbé. Dat zinde mijn vrouw weer niet en ze vloog naar een ander rek. ‘Kijk eens’, juichte ze een minuutje later voor de tweede keer. Ik raakte behoorlijk opgefokt en had binnen twintig seconden ook weer een boek te pakken.
Zo leek het die middag op een ware veldslag uit te gaan draaien, waarbij het lang ongewis zou blijven wie er als winnaar uit de strijd zou komen. Nadat we ieder drie boeken hadden bemachtigd, was mijn vrouw zo verstandig om een remise voor te stellen. Ik stemde ermee in. ‘Loop maar alvast naar de kassa’, zei ik op mijn allervriendelijkst. Toen ze uit het zicht verdween, griste ik nog snel een vierde boek uit het rek. Als ik ergens een hekel aan heb dan is het wel aan gelijkspelen.