Het beroemdste werk van Stephen Hawking heb ik sinds 1988 vijf keer proberen te lezen. Eén keer in de zeven jaar zo’n beetje. Het is me geen enkele keer gelukt om verder dan halverwege te komen. Dat ik natuurkunde op de middelbare school heb laten vallen, is daar een tamelijk zwak excuus voor. Ik ontbeer simpelweg het brein om chocola te maken van natuurkundige theorieën.
Toch vind ik A Brief History of Time – nogal slapjes vertaald als Het heelal – nog altijd fascinerend. Gelukkig heb ik een paar andere boeken van en over Stephen Hawking in mijn boekenkast die mijn alfahersenen wel acceptabel hebben kunnen verwerken.
Ik stapte ruim drie maanden geleden tamelijk gestrest mijn pensioen in. Dat ik de vrijheid die me ten deel viel momenteel in opperste extase beleef, is ietwat bezijden de waarheid. Het is eerlijk gezegd een flinke worsteling. Het lezen staat op het allerkleinste pitje en ik loop met een grote boog om de boekhandel heen. Zelfs mijn eigen biebje boven laat ik links liggen hoewel die in werkelijkheid rechts ligt.
Zomergasten van de VPRO staat weer geprogrammeerd. Het tv-programma dat vanwege het weer nu beter herfstgasten had kunnen heten, gaat mijn redding worden. Theo Maassen – voor mij nu al de beste interviewer van het programma ooit – maakte er samen met kosmoloog Thomas Hertog een magistrale eerste aflevering van. Zwarte gaten, de oerknal en natuurlijk Stephen Hawking kwamen voorbij. Een eerlijk, heerlijk en boeiend tweegesprek.
Ik heb de boeken van en over Stephen Hawking maar weer eens uit de boekenkast gehaald. Ik krijg weer enorme zin om te lezen. En nu gaat het me verdorie ook lukken om A Brief History of Time van begin tot eind te lezen. Ondanks die brakke vertaling van de titel. Zesmaal is scheepsrecht. Ik heb weer een doel in mijn leven. Pension here i come. Of zoals mijn beroerde vertaling daarvan zou luiden: een nieuw begin.