Vanwege mijn lompe motoriek en mijn bedroevend gebrek aan ruimtelijk inzicht wist ik direct dat de inhoud van de doos niet aan mij besteed was. Als ik een poging zou ondernemen om alle onderdelen tot één acceptabel geheel te knutselen, zou ik binnen de kortste keren over de rand van de geestelijke afgrond kukelen.
Toen ik op zaterdag een paar fraaie boekenleggers kwam scoren bij Readshop De Boekenwaerd had de eigenaresse me naar een rek achterin gedirigeerd. Ze had naar een doos gewezen waar een bibliotheekje op afgebeeld stond. Het was een bouwpakket. Met muurtjes, een lamp die echt licht zou gaan verspreiden, een leunstoel en boekenkasten vol met boeken. Ze wist dat ik meteen verkocht zou zijn. ‘Morgen’, had ik gezegd en ik was huiswaarts gekeerd met mijn drie nieuwe boekenleggers.
Op zondag waren de winkels ook open en ik wist dat mijn vrouw naar het centrum wilde omdat het marktplein volstond met oldtimers. We kwamen, vakkundig gepland door me, precies langs de boekhandel. Ik stopte abrupt bij de ingang. Op het moment dat mijn vrouw tegen me aan knalde, duwde ik haar met volle kracht naar binnen. Ik gaf te kennen dat haar binnen een verrassing te wachten stond. Ze glunderde van oor tot oor omdat ze zo’n spontaan gebaar niet van me gewend was.
‘Prachtig’, zei ze toen ik een minuut later de doos van het bibliotheekje in haar handen duwde.
‘Ik betaal en jij zet het in elkaar’, zei ik op mijn charmantst.
Al twee avonden op rij kan ik heerlijk rustig lezen. Als mijn vrouw zich vol overgave stort op het in elkaar zetten van het bouwpakket plof ik op onze nieuwe bank neer. Af en toe breng ik haar een vers kopje thee en vraag ik belangstellend of het een beetje wil vlotten met het bibliotheekje.
Ik mag dan geen ruimtelijk inzicht en geen verfijnde motoriek hebben, maar gewiekst ben ik wel.