Roep van de natuur

Ze staarde me intens droevig aan. Een sliert haar dat wel wat shampoo kon gebruiken, viel onelegant in haar nek. Twee grote bulten staken prominent de lucht in. Een knappe kameel was het in de verste verte niet.
Ze sjokte lusteloos op me af en bleef toen uit het niets stokstijf staan. Ik vermoedde dat ze de schrik van d’r leven kreeg toen ze me ontwaarde. Ze zou zeker de eerste niet zijn. De reden voor de plotselinge halt bleek niet mijn lelijke tronie te zijn maar de roep van de natuur. Haar achterpoten gingen wat uit elkaar en ze zakte een centimeter of vijf. Het ging van plof…plof…plof… en het werk was al geschied. Een dampende en stinkende hoop kamelenpoep lag vlak voor mijn neus.

Een mens wil wel eens reageren op wat hij ziet en ruikt. Bij mij begonnen de darmen na het aanschouwde spektakel en de opgesnoven walm spontaan en hevig te borrelen. Binnen de kortste keren moest ik mijn billen met alle macht bij elkaar knijpen. Nu de nood het hoogst was, bleek de redding verder weg dan zo innig gewenst. De plattegrond van het park, waar de toiletten op aangegeven stonden, was in het bezit van degene van ons kleine gezelschap die een halve minuut daarvoor nog vrolijk had geroepen: ‘ik ben even naar de wc.’
‘Wat trek je wit weg’, hoorde ik mijn vrouw nog zeggen voordat ik er als een speer vandoor vloog. Op goed geluk koos ik maar een richting. Een half koninkrijk voor een toiletpot schoot het door mijn hoofd. Wonder boven wonder zag ik in de verte een paar tafeltjes, stoeltjes en parasolletjes staan. Waar die zaken opdoemen, moeten ook toiletten zijn, weet ik uit ervaring. Ik schakelde door naar de hoogste versnelling en dook het gebouwtje in dat daar inderdaad uit wat klei opgetrokken was. Binnen zeven seconden had ik een toilet gevonden. Toen ik er een kleine twee minuten later uit kwam, botste ik tegen een dame aan die me smerig aankeek. Ze wees op het bordje op de toiletdeur. Ik was in opperste paniek een dames-wc ingeschoten.

Opgelucht en met een duidelijk rustiger buik dan even daarvoor wandelde ik vrolijk terug. Ik kwam weer keurig bij de kameel met de ongewassen paardenstaart uit. Het beest was nu in het gezelschap van een collegakameel. Kameel nummer twee was kreunend bezig om de berg uitwerpselen te verdubbelen.
Wat hebben beesten het toch jaloersmakend gemakkelijk. Overal en altijd kunnen ze genderneutraal gevolg geven aan de roep van de natuur. Wij mensen moeten ons, vanwege het geëvolueerde schaamtegevoel, in duizend bochten wringen om zonder pottenkijkers ons verteerde voer in een emaille pot te kieperen. Een kameel lacht zich om dat soort gêne ongetwijfeld een bult of twee.

9 gedachten over “Roep van de natuur”

  1. Leuke blog. Did deed mij denken aan toen ik met een Rambling House groep (dansers, verhalenvertellers en muzikanten) uit Ierland door Engeland toerde. We waren in Birmingham en overdag vrij. Ik had door de stad gewandeld en een aantal leuke koffieplekken ontdekt waar ze goede, sterke espresso’s schonken. Na een middag rondwandelen en 5 dubbele espresso’s, moest ik het laatste eindje naar het hotel bijna rennen. De espresso’s hadden mijn darmen behoorlijk in werking gezet. Man, wat een kramp. Ik bleek echter wel in het herentoilet beland te zijn, maar dat was toevallig omdat ze de eerste waren die ik tegenkwam. 🙂 Uit naam van de hoge nood: totaal voor genderneutraal.

  2. Oh Mies…wat een ramp, maar je hebt het gered begrijp ik, alles keurig in de pot gedeponeerd 🙂 en ja, ontzettend leuk geschreven ook, echt op z’n Mies’s

Reacties zijn gesloten.