Het was pauze en ik constateerde met grote tevredenheid dat ik mijn brood vergeten was én dat de achterband van mijn fiets lek stond. Ik had nu twee goede redenen om, in plaats van een stukje te fietsen, het bedrijfsrestaurant op te zoeken voor een lekkere lunch.
Op het menu stonden heerlijke vers gemaakte uiensoep, zalmwraps en gehaktstaven zodat mijn goede humeur nog verder werd opgekrikt. Een mens heeft soms van die dagen dat het allemaal geweldig meezit.
Toen ik tijdens het verorberen van het eerste item dat ik op mijn dienblad had gedeponeerd terloops opmerkte dat ik binnenkort een weekje vakantie aan de Nederlandse kust zou doorbrengen, kwam er een verschrikte reactie van de tafelgenoot links van me.
“Wanneer is dat?”, vroeg ze met een angstige blik. Ik noemde de week en ze sloeg haar handen voor de ogen. De rest van het eetgezelschap wist genoeg. De vraagstellende collega bleek in dezelfde week als ik vrij te zijn. Ook zij zou naar de zee afreizen. Het is bij iedereen bekend dat het altijd regent als ik vakantie heb. Het maakt niet uit wanneer ik ga of in welk land ik ben. Zeeland, Texel, Oostenrijk, Luxemburg. Altijd regen, regen en nog eens regen. Niet zomaar een dagje tussendoor maar steeds zolang als het verblijf duurt.
Ik weet nog precies wanneer het begon. Op de kop af vijfentwintig jaar geleden. We vertrokken die dag in 1992 ’s morgens om vijf uur en kwamen pas laat die avond in Denemarken aan. Zware hoosbuien zorgden voor een tergend langzame reis. Het werd niet meer droog. Twee weken lang niet.
Ik kreeg van dat rotweer een enorme inzinking en begon uit pure wanhoop gedichtjes te schrijven. Elk uur dat het regende zat ik driftig in een schriftje te schrijven. Het werd een continu gekras van het pennetje van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ook ’s nachts stond ik op voor het zoveelste gedichtje want ik deed van de stress geen oog dicht.
Waardeloze, slechte, beroerde gedichtjes waren het. Poëzie is mijn kwaliteit niet maar ik wist van geen ophouden. Een allerbelabberdst denkbaar niveau. De laatste avond werd het plotseling droog. Ik plofte bij de zee neer, zag de zon in de verte prachtig naar beneden zakken en wist dat ik nooit nog een gedicht zou schrijven.
Als ik binnenkort een weekje vrij ben, ga ik weer naar de zee. Ik wil altijd naar de zee. Niets mooier dan een ondergaande zon op de laatste avond als het de rest van de week aan één stuk door geregend heeft.
Mocht je je vakantie precies in mijn week geboekt hebben en maximaal vijftig kilometer bij me vandaan zitten dan kun je waarschijnlijk gebruik maken van je annuleringsverzekering. Ik ben bij de meeste verzekeraars opgenomen onder het kopje ‘dekking bij calamiteiten’.