Geen mens op de wereld die op die snikhete zaterdagmiddag harder aan het transpireren was dan de gemiddelde Nederlander.
Zelf val ik door mijn eigengereidheid niet in de categorie normaal. Bij mij gutste het zweet dus nog een graadje erger langs het kalende hoofd, het parmantige buikje en de stramme rug.
Toen mijn hersenen tegen drieën bijna drooggekookt waren, dacht ik gelukkig aan de bossen waar grote donkere schaduwen me weer tot leven zouden kunnen wekken.
Ik had geprobeerd om met hectoliters water de buitenkant en met ontelbare ijsjes de binnenkant van mijn verhitte lijf tot verfrissing te brengen.
Dat had tot mijn ontgoocheling amper enig soelaas geboden.
Ik haalde de hond uit haar half comateuze toestand en we trokken diep de natuur in. To boldly go where no man has gone before. En zelfs geen hond. Alles voor de reddende verkoeling.
De gesmolten ijsjes in mijn darmstelsel begonnen eerst irritant en toen erg vervelend te doen. Ik kneep mijn billen samen. Steeds steviger.
Ik was de wanhoop nabij toen ik diep in het bos het bord ontwaarde. Hier kwam weinig volk. Dat was me volstrekt duidelijk. De letters op het bord waren half verweerd en de scheve paal kon moeiteloos concurreren met die befaamde toren.
‘Verboden toegang – privaat’ kon ik maar net ontcijferen.
Een toilet midden in de rimboe waar je je behoefte niet mocht doen. Van de pot gerukt als iemand het mij had gevraagd.
Niemand vroeg het me en mijn billen stonden op het punt van opgeven.
Dan maar een boete. Ik parkeerde mijn hond aan jong dennetje, ontdeed me van de belangrijkste kledingstukken, hurkte neer en liet de natuur haar gang gaan.
Na de lediging die mijn darmen tot acceptabele rust had gebracht, ging mijn hand richting WC-rolhouder. Die er dus niet hing. Ik had het kunnen weten maar in de stress van het moment had het verifiëren daarvan niet de hoogste prioriteit gehad.
Het verdorde gras dat ik van de grond plukte, zorgde niet voor de ultieme properheid op de lichaamsplek waar dat nu het meest gewenst was.
Meestal zit mijn spijkerbroek perfect om de ranke billen maar nu liep ik op huis aan met een jeugdig ogend laaghangend kruis.
Toen ik in de verte de eerste bebouwing weer op zag doemen, realiseerde ik me pas dat het woord privaat buiten toilet natuurlijk ook gewoon privé betekent. Vandaar het ontbreken van opgerold papier, wastafel en lectuurbak op de plek die ik achter me had gelaten.
Mijn darmen waren aan een nieuwe krampronde toe en het zweet vloog opnieuw uit al mijn poriën.
Het kleinste kamertje thuis was nog pijnlijk ver weg.