Poel des verderfs

“Voefff…plok” hoorde ik. Het geluid kwam totaal onverwacht. Ik verstijfde. Het apparaat had natuurlijk wel vaker ‘voefff…plok’ gedaan maar dan wist ik dat er een hard voorwerp op de grond gelegen moest hebben. Een borrelnootje, een aansteker of een verloren gewaande gouden ring.
Maar de keukenvloer waar ik nu mijn lusten op aan het botvieren was, lag er nog spic en span bij. Net gelegd en gloedjenieuw. Het was eigenlijk een onzinnig idee geweest om er nu al met de stofzuiger doorheen te jagen. En dan toch dat ‘voefff…plok’. Het zat me helemaal niet lekker. Soms voel ik catastrofes van verre aankomen.
Ik keek verbouwereerd in de richting van waaruit het ‘ voefff…plok” ontsproten moest zijn. Ik zag het meteen. Ik slikte een keer. En nog maar eens.
Daar waar twee plakplinten elkaar hadden moeten treffen, gaapte een gat. Het hoekje was foetsie. Verdwenen in de donkere krochten van de stofzuiger. Daar waar het stikt van de vieze troep en enge beesten. Het plintstukje moest jammerlijk vast zitten in die poel des verderfs.

Ik sleurde de stofzuiger naar buiten, haalde de zak eruit en begon langzaam smerige plukken viezigheid naar buiten te trekken. Het tempo kwam er niet lekker in en ik zocht mijn heil in het openscheuren van de zak. Er zijn zakken genoeg op deze wereld en de redding van het stukje plint had de hoogste prioriteit.
Het geluk liet me eens niet in de steek en na vier minuten had ik het object van mijn gore zoektocht tussen mijn smerige vingers. Ik ontdeed het van wat ondefinieerbare haren en legde het voorzichtig op de grond. De stofzuigerzak scheurde ik triomfantelijk verder open, liep ermee naar de afvalcontainer, hield ‘m op zijn kop en liet grijnzend heel de vieze mikmak dwarrelend zijn weg tussen de andere troep vinden.
Een tube lijm was snel gevonden. Ik smeerde een beetje op het kleine stukje plint en hurkte in de hoek van de keuken neer. Merde, sakkernogaantoe! Het deeltje vulde maar de helft van de opening. Na wat zenuwachtige deductie concludeerde ik dat er twee stukjes in het ‘voefff…plop’ hadden gezeten. Het frustratiezweet brak me uit.
Er zat weinig anders op dan in de afvalcontainer af te dalen. Na een half uur wroeten had ik ook nummer twee boven water.

Toen ik even later in de douche de smerigheid van me afspoelde nam ik me één ding voor: als ik in de toekomst nog één keer ‘voefff…plok’ in de keuken zou horen dan sloopte ik dat ellendige laminaat eruit en ging ik zeil leggen.

2 gedachten over “Poel des verderfs”

Reacties zijn gesloten.