Om op woensdag achter het stuur te kruipen, was een aparte gewaarwording. We toerden kalmpjes een kilometer of acht, parkeerden de auto en liepen in de richting van de historische abdij. Ik had de knoop doorgehakt en was een dag minder gaan werken. Ik stevende onontkoombaar op mijn pensioen af. Samen op pad op een doordeweekse dag.
De Achelse Kluis – officieel De Sint-Benedictusabdij – ligt op de grens van Nederland (Valkenwaard) en Hamont-Achel (België) in een prachtig natuurgebied. We liepen rustig over de oprijlaan en hielden halt bij de op het wegdek getrokken grensstreep. Aan weerszijden van de streep lagen de ingekleurde vlaggen van Nederland en België te baden in het zonlicht.
Ik voelde dat ik niet alleen letterlijk op de grens stond. Het leven voltrekt zich in zo’n sneltreinvaart dat ik daar maar eens een momentje bij stil moest staan. Deze spirituele omgeving was daar geen slechte plek voor. De bezigheden waar ik elke dag mijn bed voor uitkom, leken me opeens weinig zinvol. Vooral dat geschrijf van me kon ik maar moeilijk een verheven tijdsbesteding noemen. Na enige contemplatie en een schietgebedje nam ik me voor om een pauze in te lassen. Om mijn website eens lekker een maandje links te laten liggen.
Bij de ‘Kluis’, zoals we de abdij hier noemen, is van alles en nog wat te koop. Misschien dat ik iets kon bemachtigen dat me zou helpen bij mijn zoektocht naar een nuttige opvulling van mijn dagen. Ik zag in de abdijwinkel iets in mijn ooghoek dat daarvoor uitermate geschikt leek. Hoewel ik aardig verslaafd aan boeken ben, trok ik mijn portemonnee niet voor stichtelijk leesvoer. Ik koos bewust voor wat anders. Als er iets onder spiritualiën valt, is het wel alcohol. Zeker als dat door paters gebrouwen is.
Het trappistenbier smaakte thuis nog beter dan ik had gedacht. Na drie weken restte slechts statiegeld. Opgemonterd dirigeerde ik vanavond mijn vingers naar het toetsenbord. Bij de volgende kleine inzinking weet ik waar ik op mijn vrije woensdag naartoe moet.