Mijn ontbijtbordje viert zijn gouden jubileum. Ondanks zijn gevorderde leeftijd is het, op een klein butsje aan de rand na, nog puntgaaf.
Ik had in 1974 een kamer bij een hospita en zowel het ontbijten als het studeren hadden geen plek weten te bemachtigen in mijn top-10 van favoriete bezigheden.
Na mijn mislukte studie economie nam ik het ontbijtbordje van Tilburg mee terug naar mijn ouderlijk huis in Valkenswaard. Toen ik ging samenwonen, werd het ontbijtbordje weer ingepakt. Ook bij de twee verhuizingen die nog zouden volgen, mocht het ontbijtbordje mee. Ik hou niet van afscheid nemen.
Het ontbijtbordje stond jarenlang onaangeroerd in diverse keukenkastjes, maar recent is het weer in gebruik genomen. We hebben een hond die nog moeilijker te peilen is dan ik. Ze krijgt voor de smaak vaak een beetje patéachtige prut bij haar brokken. Mevrouw wenste haar voedsel op enig moment gescheiden opgediend te krijgen. Nu eet ze eerst dat prakje van mijn jubilerende ontbijtbordje en begint dan pas aan de brokken uit haar etensbak.
De kozijnen en deuren bij ons op de bovenverdieping zijn geschilderd. Binnenkort krijgen we nieuwe gordijnen en – als er dan nog wat spaargeld over is – gaat ook ons bankstel uit de vorige eeuw vervangen worden. Mijn vrouw is van mening dat er bij zo’n ingrijpende gebeurtenis ook flink opgeruimd moet worden. Alle spullen die ouder zijn dan vijfentwintig jaar staan op de nominatie om het huis te verlaten.
Mijn bierglas uit 1985, mijn drie fijne truien uit de jaren negentig en de pyjama die ik als dienstplichtig militair al droeg, heb ik weten te redden door ze in de schuur te verstoppen. Aan het ontbijtbordje had ik niet gedacht.
‘Dat lelijke ding krijgt ook een enkeltje kringloopwinkel’, zei mijn vrouw op een manier die geen enkele tegenspraak duldde.
‘Maar daar eet onze hond nu van’, sputterde ik tegen.
‘Ze krijgt wel een nieuw bordje.’
Ik riep Yessie, onze collie. Met mijn voorstel ‘de meeste stemmen gelden’, ging mijn vrouw morrend akkoord. Yessie ging rustig zitten en ik legde haar de situatie uit. Dat ik het ontbijtbordje wilde houden, het bazinnetje niet en dat zij nu de doorslaggevende stem had.
‘Als ik dadelijk een willekeurig lichaamsdeel van je noem dan breng je dat omhoog als je het ontbijtbordje wilt houden. Als het bordje weg mag dan ga je liggen. Gesnapt?’
Yessie keek me alert aan.
‘Poot’, zei ik.