Het was once upon a time in the west. Tilburg West om precies te zijn. Ik had een kamer bij een hospita en hing de mislukte student uit. Dat ik geen doctorandus in de economie zou worden, had ik al wonderbaarlijk snel in de gaten gekregen. Ze dom was ik dan ook weer niet. Ik zocht mijn toevlucht in het donker van de bioscoop. Elke film die uitkwam, zag ik.
Ik begon er bij gebrek aan zinvollere tijdsbesteding een dagtaak aan te krijgen.
Ik was al liefhebber sinds die magnifieke film van Sergio Leone met Claudia Cardinale, Henry Fonda, Charles Bronson en Jason Robards. Zeker dertig keer zag ik de film. Aangespoord door de muziek van Ennio Morricone verdiende ik zelf een aardig zakcentje bij met de mondharmonica. Ik kreeg van mijn hospita tien gulden korting op de kamerhuur als ik die maand mijn muziekinstrument niet uit het doosje gehaald had.
Ik gaf na twee jaar de brui aan de studie, moest in militaire dienst en sloeg daarna de weg naar de volwassenheid in.
In de veertig jaar die volgden, waren de films die ik nog zag op de vingers van drie handen te tellen.
Maar deze week zat ik ineens weer twee keer in de bioscoop. Het zal de hang naar vroeger zijn, vermoed ik. De jaren gaan tellen. Dan krijg je dat.
Eénentwintig kwartier staarde ik naar een immens filmdoek. Drie uur naar The Hatefull Eight van Quentin Tarantino en twee uur en een kwartier naar The Danish Girl van Tom Hooper.
Dat viel nog best tegen. Niet vanwege de films – die waren namelijk absoluut de moeite van het kijken waard – maar door het fenomeen optimale filmbeleving. Want zo noemen ze dat tegenwoordig. Je gaat geen films meer kíjken maar je belééft ze.
En bij die optimale beleving schijnt een kleine pauze dus absoluut niet te passen.
Ik ben geen twintig meer. Ik kan echt geen film van twee uur meer optimaal beleven. Geen film van twee uur zonder pauze tenminste. Bij the Danish Girl kon ik het met wat huppen op de stoel nog net redden maar bij Tarantino werd het kijkgenot naarmate de film vorderde toch aardig getemperd.
Zouden de belevingsexperts niet snappen dat de blaas van een bijna zestigjarige niet meer de jeugdige souplesse bezit om zo’n optimale beleving een beetje plezierig aan te kunnen.
De smaak heb ik ondanks de druk onder de riem toch weer behoorlijk te pakken gekregen. Binnenkort zie ik Leonardo DiCaprio stoeien met een beer in het Canadese landschap. Voor The Revenant kies ik dan wel een bioscoop uit waar zowel de acteurs als de bezoekers even rustig op adem kunnen komen tijdens een ingelaste pauze.
Ik weet zeker dat mijn blaas dat een nét iets optimalere beleving gaat vinden.