Ik ben geen liefhebber van true crime zodat ik met wat gemengde gevoelens aan de verhalenbundel van strafpleiter Ferdinand von Schirach begon.
Het is maar de vraag in hoeverre de elf verhalen werkelijk zo gebeurd zijn. Waarschijnlijk zit er een hoop fictie in verweven. Maar feitelijk doet dat er ook niet toe. Wat er wel toe doet, is de indringende kijk die Von Schirach geeft in de beweegredenen en omstandigheden die iemand er toe brengen om een misdaad te begaan.
De verhalen zijn stuk voor stuk bijzonder met enkele juweeltjes van uitschieters. Ferdinand von Schirach schotelt de lezer geen proza voor met zinnen van halve bladzijden. Hij schrijft snel en indringend met korte zinnen. En dat werkt omdat Von Schirach een begenadigd schrijver is.
Binnen een alinea zit je in de verhalen waarbij verbijstering, medeleven en ongeloof om voorrang vechten. Het laatste verhaal ‘De Ethiopiër’ is de goedgekozen uitsmijter die je van ontroering het boek dicht doet slaan.