De man met de hamer

Het lijkt haast niet voor te stellen maar van vrijwel alles bezit ik twee exemplaren. Gereedschapskisten en linkerhanden om maar enkele willekeurige voorbeelden te noemen. Je vraagt je direct af wat iemand met twee gereedschapskisten moet als hij opgezadeld zit met zulke handen. Zelf heb ik ook geen flauw idee. Vermoedelijk heb ik die kisten ooit gekregen van een onnadenkend persoon die me er een plezier mee dacht te doen. Slechts weinigen kennen me écht blijkt maar weer.

Er zijn op onverklaarbare wijze hamers, nijptangen en schroevendraaiers in de kisten terecht gekomen. Ook van elk twee stuks. De hamers moeten ver in de vorige eeuw geproduceerd zijn maar zien er nog als nieuw uit. Het zou me verbazen als ze ooit een spijker zijn tegengekomen. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de nijptangen. De schroevendraaiers zaten tot voor kort nog in het cellofaan van de Gamma.

Het was dus tamelijk verbazingwekkend dat ik het plan opvatte om te gaan timmeren. Waarschijnlijk had ik op die dag lichte tot matige koorts. Het doel was het tot stand brengen van een minibibliotheekje. Zo eentje dat je voor in de tuin kunt zetten en waar toevallige passanten een boek uit kunnen nemen zonder daar de portemonnee voor te hoeven trekken.
Nadat ik een zaag en achttien spijkers bij de buurman had geleend en flink wat planken had ingezameld, toog ik enthousiast aan het werk. Na twee weken van noeste arbeid was er een abstract kunstwerk ontstaan dat in de verste verte niet op zo’n minibibliotheekje leek. Het ging om het idee hield ik mezelf voor. Het bouwwerk oogde op het eerste gezicht redelijk waterbestendig en dat was op zich al prijzenswaardig.

Ik haalde veertig zorgvuldig geselecteerde romans van de bovenverdieping en plaatste ze in acht keurige stapeltjes van vijf voor op het trottoir. Vanuit de schuur sjorde ik het knutselwerk de achtertuin in. Twee van de vier poten donderden eraf. Het repareren kostte me drie kwartier. Het biebje was nu nog wiebeliger dan een uurtje eerder maar perfectie is ook maar een kwestie van beleving.
Toen ik met de grootst mogelijke voorzichtigheid de voorkant van ons huis bereikte, stokte mijn adem in de keel. De boeken die daar keurig op me hoorden te wachten, waren in geen velden of wegen meer te bekennen. Hoe ver ik mijn nek ook naar links of rechts uitstrekte.
“Houd de dieven”, gilde ik. Wat moet je anders in zo’n situatie.

Mijn bejaarde buurvrouw kwam overeind van het bankje in haar voortuin. Het kon niet anders of zij moest de misdadigers gezien hebben. “Alles is weg”, zei ze onverstoorbaar.
Ik stond perplex want ze had de snoodaards best in de lurven kunnen grijpen. Zo erg oud was ze nou ook weer niet. Amper negentig verdorie. Mijn ogen schoten vuur. Verschrikt stapte de buurvrouw zijwaarts.
In de verte zag ik de oudpapierwagen de hoek omdraaien.

31 gedachten over “De man met de hamer”

  1. Alles mee? Misschien de volgende keer de buurvrouw ook op de wagen zetten.
    Mooi geschreven, ik zag hem niet aankomen… en jij ook niet zo te lezen. 😉 🙂

Reacties zijn gesloten.