Ik had er totaal geen rekening mee gehouden, maar wist vanwege de domper even niets anders te verzinnen dan: ‘Doe dan maar leenfiets’.
Die nacht had ik slecht geslapen. De KNMI had code geel voor dichte mist en gladheid het internet opgeslingerd en ik moest akelig vroeg op. Ik haat mist, gladheid en midden in de nacht opstaan. Sinds ik ruim zeven maanden geleden met pensioen was gegaan, had ik de wekker nooit meer op zeven uur gezet. Ook niet op acht uur trouwens. Tien en elf uur zijn mijn favorieten geworden. Ik moet nog steeds verschrikkelijk wennen aan mijn pensioen.
Ongetwijfeld zal het aan mijn beroerde rijstijl hebben gelegen dat de wiellagers van onze auto nu al aan vervanging toe waren. Toen we onze auto kochten, kon ik in ons dorp terecht voor reparaties. Nu staan er op die plek nieuwe huizen en appartementen en moet ik achttien kilometer noordelijker voor de dichtstbijzijnde garage van ons automerk. Om negen uur werd ik verwacht. Mist, gladheid en de wekker op zeven uur. Ik deed geen oog dicht.
Het was niet glad, er was geen mist en er was zelfs geen file. Ik zoefde vrolijk richting garage waar ik veel te vroeg arriveerde.
‘Het duurt ongeveer twee uur heb ik begrepen’, opende ik het gesprek aan de balie.
‘Inderdaad, vanaf het moment dat we aan uw auto beginnen’, zei de vriendelijk meneer aan de andere kant.
‘Maar ik moest hier om negen uur zijn’, zei ik. Ook ik was vanzelfsprekend – mijn genen getrouw – heel vriendelijk.
‘Dat klopt, maar u bent er tussendoor gepland en dan kan het vanmiddag best vijf uur worden voordat de auto klaar is.’
Dat had ik dus bij de afspraak blijkbaar verkeerd begrepen. ‘Doe dan maar een leenfiets’, zei ik wat sip kijkend.
Ik fietste achttien kilometer naar huis op een rode fiets zonder stang. Het was één graad. In de plus of in de min. Daar wil ik vanaf zijn. Thuisgekomen liet ik de hond plassen, dronk een kopje koffie, keek het nieuws en overdacht mijn zonden. Toen kreeg ik te horen dat de auto al klaar was. Ze hadden het vervelend gevonden als ik de hele dag zou moeten wachten. Ik stapte weer op de rode leenfiets zonder stang en snelde naar het noorden. Dezelfde achttien kilometer.
Ik genoot op mijn leenfiets. Een groot deel van de fietstocht ging over die heerlijke route die ik dertig jaar lang van en naar mijn laatste werkgever had gefietst. Ik realiseerde me dat ik na mijn pensioen in een klein zwart gaatje was gevallen. Vandaag had ik weer zin in de toekomst gekregen. Geen mist, geen gladheid, geen file en een mooie rode leenfiets met terugtraprem.
‘Wat zijn de kosten’, vroeg ik vrolijk toen ik voor de tweede keer aan de balie stond.
‘Precies nul euro’, antwoordde dezelfde vriendelijke meneer als die van het vroege uur. ‘Garantie, meneer.’
Dit was de mooiste dag sinds mijn pensioen. Voor de komende dagen heb ik – om het gevoel vast te houden – de wekker opnieuw op zeven uur gezet. Niet dat ik dan op zal staan, maar het gaat om het idee.