Ik ben een dierenliefhebber, maar aan de exemplaren van één soort heb ik een bloedhekel. Irritante opdonders zijn het. Op de boerderij waar mijn moeder vandaan kwam, hingen er altijd plakstrippen van het plafond tot boven de soep. De vliegenvangers zaten het gros van de tijd helemaal onder. Als jochie vond ik het al een extreem smerige bedoening. Vieze beesten die vliegen. Ik ben er geen fan van.
Ik meende het hier goed geregeld te hebben, maar er bleek een slimmerik in onze tuin rond te vliegen. We hebben zo’n schuifgeval in de keukendeur zitten dat wel lucht binnen laat, maar geen vliegen. Omdat er altijd een onverlaat tussen zit die elke kans aangrijpt, heb ik er ook een vel papier opgeplakt met de tekst VERBODEN VOOR VLIEGEN. Met hoofdletters want een beetje schreeuwen tegen die ellendingen moet kunnen. Dat hielp onverwacht goed. Tot gisteren.
Die ene slimmerik had er iets op gevonden. Een mens moet wel eens even naar de schuur om er oud papier naartoe te slepen of de waterslang te halen om het gras te sproeien. Dan moet de schuifhor toch even open en dicht. Bij die handeling verdwijnt mijn kunstig gemaakt verbodsbord in de uithoek van de deur.
Mijn foppen ze niet moet het bijdehante tiep gedacht hebben en hij greep zijn kans toen ik de vuilniszak naar de schuur bracht. Uren zoemde het misbaksel daarna in huis rond. Toen ik om zes minuten over negen ’s avonds achter mijn computer ging zitten, landde hij met bravoure op mijn beeldscherm. Hij keek me uitdagend aan. Durf er eens iets van te zeggen, zag ik hem denken. Ik heb geen tekst met verboden voor ons gezien. Zeg mij maar waar die hangt dan. Ik sta volkomen in mijn recht om je avond te verpesten.
Tegen middernacht was ik rijp voor een instelling. De miskwal was steeds brutaler geworden. De maat was vol toen hij op het puntje van mijn neus ging zitten. Ik was er finaal klaar mee en begon met mijn handen te wapperen. Ik wees met mijn vinger naar de keuken en riep ziedend: ‘Daar is de uitgang.’ Tegen half twee ’s nachts had ik hem in een hoek gedreven. Ik deed de keukendeur open en met de, snel van het haakje gegriste, droogdoek gaf ik hem een ferme tik tegen zijn achterwerk. Iets te hard misschien want hij buitelde met vier volmaakte saldo’s in vliegende vaart naar buiten.
Ik hoop echt dat hij het overleefd heeft. Ik kan nu eenmaal geen dieren om zeep helpen. Ook niet als het irritante, vieze, gekmakende rotvliegen zijn.