IJspret voor alle leeftijden had ik eerder die dag op de website gelezen. Ik was met mijn zevenenzestig jaar dus bevoegd, maar ik begon te twijfelen of ik het zou doen. Ik was nooit een geweldige schaatser geweest. De laatste keer dat ik me op ijzers verplaatst had, was dertig jaar geleden. Op echte noren, maar wel met een looprekje. Toch kriebelde het om nog eens lekker los te gaan. Maar dan zoals twintig jaar voor die noren. Op het ven naast mijn school stond water dat elke winter bevroor. Op mijn geleende kunstschaatsen wist ik meestal onder de tien valpartijen per kwartier te blijven.
De schaatsbaan was, na enkele jaren afwezigheid, weer op de markt opgebouwd. Alles moet tegenwoordig in het Engels. In plaats van ‘Valkenswaard op ijs’ hadden ze het gebeuren ‘Valkenswaard on ice’ gedoopt. Ik keek naar binnen en zag alleen jeugd. Wel jeugd tussen de tien en twintig jaar, maar het ‘ijspret voor alle leeftijden’ kwam wat mij betrof niet helemaal uit de verf. Dat het evenement in het Engels moest, begreep ik nu wel. De jeugd spreekt Engels en oude mannen zoals ik Nederlands en dialect.
‘Je kunt hier ter plekke ook schaatsen huren hoor.’
Ik draaide me een kwartslag naar links om te ontdekken van wie het enthousiaste, luide geluid kwam en keek in de ogen van de aardige dame die vijf huizen van ons vandaan woonde en die zeker tien jaar ouder was dan ik. Twee bijeengebonden schaatsen bungelden vrolijk om haar nek. Het bleek op deze ijsbaan dus echt voor alle leeftijden te zijn. En ver daarboven zelfs.
‘Heb je zin om samen te gaan?’, vroeg ze.
Net een minuutje daarvoor had ik besloten om mijn botten niet op het spel te zetten.
‘Heel spijtig’, zei ik, ‘maar ik moet dadelijk biljarten.’
Ik nam snel afscheid en maakte me nog rapper uit de voeten. Toen ik thuiskwam zocht ik de definitie van ‘dadelijk’ op in het woordenboek. Ik hou niet van liegen tegen aardige dames. Eén van de betekenissen van ‘dadelijk’ was niet ‘over twee dagen.’ Ik had nog zo gehoopt van wel.