Het poortje dat het moeilijk heeft

Het is een bijzonder poortje. Zo zie je ze in het wild maar zelden. Het is niet moeilijk te vinden. Je rijdt ons dorp uit en parkeert je auto na precies vier kilometer in de berm. Als je uitgestapt bent, wandel je op je gemak een lang bospad af, slaat rechtsaf en blijft links aanhouden tot je kramp in één van je kuiten krijgt. Als je het grote ven dan ziet, maak je een scherpe bocht naar rechts en na drie minuten zie je het poortje voor je opdoemen.

Het is een onooglijk poortje. Het lijkt er stoïcijns onder te blijven wat men van hem vindt, maar schijn bedriegt. Wat scheef in zijn scharniertjes hangend, staart het somber voor zich uit. Het heeft zich genesteld in het midden van een paar meter hekwerk. Achter het houten poortje ligt een bruggetje dat over een watertje loopt. Er is voor het poortje niets om tegen te houden. Alle beesten in dit prachtige gebied kunnen zonder problemen tussen de planken door. Of het nu een verdwaalde kikker, een eenzame vlinder of een opgefokt konijn is.

Het is een droevig poortje. Hij snapt heel goed dat hij het alleen van de mensen moet hebben. De mensen begrijpen het poortje helaas niet. Die willen gewoon over het bruggetje zonder opgehouden te worden. De wandelaar ziet meteen dat hij met het grootste gemak links of rechts om het hekwerk kan lopen om zijn weg te vervolgen. Het poortje staat alleen maar pontificaal in de weg. Toch wil het poortje daar graag blijven staan. Hij begrijpt dat het nut van zijn aanwezigheid ver te zoeken is, maar hij wil opgemerkt worden en van betekenis zijn.

Het is een dapper poortje. Regen en wind kunnen het niet deren. Het wil van geen wijken weten. Steeds als ik daar aankom, doe ik het poortje open en sluit het weer als ik er doorheen ben. Nooit zal ik er met een boogje omheen lopen. Niet alles in het leven hoeft zinvol te zijn. Elke keer als ik over het bruggetje verder wandel, hoor ik achter me zacht gekraak.
Het klinkt als ‘dankjewel’.
‘Graag gedaan’, zeg ik dan.