Pi’s vader verkoopt de dierentuin die ze bezitten in India om te kunnen verhuizen naar Canada. Het gezin steekt met een aantal gehouden dieren de oceaan over. De boot gaat echter te onder en Pi overleeft de schipbreuk. Met een hyena, zebra, orang-oetan en Bengaalse tijger belandt hij in de reddingssloep.
De Tijger, luisterend naar de naam Richard Parker, blijft samen met Pi over. 227 dagen dobberen ze op zee.
Ik las met verbazing en belangstelling maar echt opschieten deed het eigenlijk niet. Net als voor Pi zelf niet.
De dagen op de oceaan gaan tergend langzaam. Het duurt en het duurt en het duurt.
De laatste honderd bladzijden heb ik echter in één ruk uitgelezen.
Ineens pakte het boek me en kon ik het niet meer wegleggen.
Het leven van Pi is een goed geschreven en origineel boek met een verrassende filosofische inslag en een mooi slot.
Geen ultiem meesterwerk wat mij betreft maar absoluut de moeite van het lezen waard.