Ik probeerde het achtereenvolgens met vierentwintig uur in bed te blijven liggen, een wandeling van vijf uur en een half uur sit-ups, maar het hielp allemaal voor geen meter. De pogingen om de geest te temmen, hadden hoegenaamd geen effect want mijn leestijd bleef stokken bij vijf minuten. Op een topdag wilde het, met extreme inspanning, wel eens zes minuten worden. Het was een drama voor de lezer die ik ben. Dit kon je geen leesdip meer noemen.
Op de salontafel thuis zag ik een voor mij een onbekend boekje liggen en ik had werkelijk geen idee waar dat ineens vandaan kwam. Waarschijnlijk was het door mijn vrouw ergens vandaan getoverd. Een boek voor kinderen van acht tot tien jaar zag ik toen ik het nieuwsgierig opensloeg.
Ik heb niets tegen jeugdboeken. Integendeel zelfs. Ik lees ze nog steeds graag. Het oneindige verhaal, Waterschapsheuvel, Lampje, de serie van Harry Potter en nog een riedeltje meer. Maar om nu een boek over hockey te gaan lezen dat geschreven is voor 8 tot 10-jarigen …
Ik heb niets met hockey en ik ben bijna met pensioen. Dat een gouden hockeystick me uit de leesput zou hijsen, leek me uitgesloten. Tegen beter weten in begon ik toch te lezen. Na anderhalf uur sloeg ik het boek dicht. Uit. In één ruk.
Mees is de ster van het team, maar er komt een nieuwe jongen Caspar. Caspar speelt tijdens de eerste training de sterren van de hemel. Dat Mees zijn plek in de spits gaat verliezen tijdens de halve finale van het bekertoernooi ziet iedereen aankomen. Dan ontdekken Mees en zijn vriend Joris van een afstandje dat Caspar op een oefenveldje zonder zijn gouden hockeystick veel slechter speelt. Wat is hier aan de hand? Ze zijn verbaasd, vertrouwen het niet en gaan op onderzoek uit. Samen met Willemijn, waar Mees heimelijk verliefd op is, stuiten ze op de waarheid. Het geheim van de gouden hockeystick van Gerard van Hemert is een heerlijk boekje. Mysterie, verliefdheid en spanning. En met een onverwachte, mooie ontknoping.
Als ik acht jaar geweest zou zijn dan had ik het zeker vier dikke sterren gegeven, maar hé, ik ben bijna vijfenzestig. Een oude man met een leesdip. Iemand die tegen zijn pensioen aanloopt en niet zo super in zijn vel zit. Het één zal wel met het ander te maken hebben. Ik hoorde later van iemand dat het lezen van een jeugdboek in zo’n situatie zo gek nog niet is. Ze had een burn-out gehad en kon amper een bladzijde concentratie opbrengen. Ze kreeg het advies om met een boek voor kinderen de draad weer op te pakken. Precies zoals ik nu gedaan had. Een geweldig advies kan ik zeggen, want het werkt perfect. Daarom geef ik als vergevorderde volwassene, met een wat op hol geslagen hoofd en een leesdip, nu drie mooie sterren. Ik heb me anderhalf uur weer acht jaar gevoeld. De wereld om me heen bestond niet meer en dat is een heerlijk gevoel. Waar een gouden hockeystick al niet goed voor is.