Het zonnetje scheen lekker en dus werd me verzocht om deel te nemen aan een boswandeling voor twee personen. We ontwaarden zeshonderd meter bosinwaarts een heuveltje dat er afgelopen winter nog niet lag. De bult krioelde van de mieren. Mijn medewandelaarster hield het tempo er behoorlijk in en ik had geen tijd om de beestjes allemaal te tellen, maar minder dan achtendertigduizend waren het er zeker niet.
Ik ben geen fan van de insectensoort in kwestie. Ongetwijfeld zijn de leden ervan bijzonder nuttig, maar ze jeuken me te veel. Daarbij komt dat ik die Truus de Mier uit De Fabeltjeskrant een veel te overijverig tiep vond. Ze kon met dat eeuwige gepoets en irritante ge-tuut-tuut-tuut niet op mijn sympathie rekenen. Ik voelde me meer verbonden met Bor de Wolf die zich terugtrok in het Enge Bos als het hem emotioneel wat te veel werd.
In zo’n mierenkolonie stuit me de ongelijke leeftijdsverwachting ook behoorlijk tegen de borst. De koningin en de werksters hebben tijd genoeg om de commune tot bloei te zien komen en wat leuks van hun mierenleven te maken. De mannetjes zijn echter zwaar de pineut. Ze mogen geslachtsrijpe vrouwtjes bevruchten en dan van vermoeidheid ter aarde storten om hun laatste adem uit te blazen. Zo’n abrupt einde lijkt me na wat snelle seks geen jofel vooruitzicht. Toen we de mierenkolonie achter ons hadden gelaten, was er van mijn frivole lentegevoel weinig meer over.
Een dag na onze wandeltocht zie ik op het journaal dat twee wolvinnen zich definitief op de Veluwe gevestigd hebben. Vermoedelijk struint er ook een mannelijke variant rond. Ik kom graag op De Veluwe maar nu knijp ik ‘m toch behoorlijk. Ik kom liever achtendertigduizend mieren tegen dan een roofdier dat tegen de wind in alles ruikt op driehonderd meter afstand. Ik blijf voorlopig weg uit De Veluwe. Ik weet maar al te goed dat ik bij een confrontatie met een familielid van Bor de Wolf de snelheid van Zoef de Haas mis om me veilig uit de voeten te kunnen maken.
😀 Leuk geschreven Mies, maar ik denk dat de Wolf de mensen net zo hard schuwt als andersom. Het zal zo’n vaart vast niet lopen. Niet wegblijven van de Veluwe hoor, veels te mooi daar! 😉
Het is er prachtig. We zijn er afgelopen oktober nog een paar dagen geweest. Ik denk dat die wolf me niet tegen zal houden.
Jeetje een heuse wolf op de Veluwe. Mijn eerste reactie was: ‘Wat leuk!’ maar eigenlijk ook wel bedreigend natuurlijk.
Er zijn dan ook fervente voor- en tegenstanders. Daar zal het laatste nog wel niet over gezegd zijn.
Nipt ontsnapt aan een gruwelijk einde jij!
Goddank.
Ik maak me meestal graag uit de voeten.
Misschien kunnen Ed en Willen bever met hun waterpomptang iets in elkaar knutselen voor je zodat je bewapend alsnog de Veluwe op kunt;-)
Geweldige fabel heb je ervan gemaakt.
Je bent ook een kenner van De Fabeltjeskrant zie ik.
De Fabeltjeskrant “hoort bij de opvoeding” natuurlijk , al was ik al ruim opgevoed vóór de fabeltjes krant ontstond heb ik er door volgende generaties natuurlijk álles van meegekregen…. hátsjekidee!
… zei Lowieke de Vos
Eh…. was het niet Bor de wolf? die altijd zo van de lekker hapjes was weet je wel! Maar ik kan me vergissen.
Smullen van een portie beukennootjes…. hatsekidee. Nee, echt Lowieke hoor.
Ik vraag nederig vergeving;-)