Als ik verstand van staande lampen zou hebben dan had ik wel een carrière in de lichtbranche overwogen. Oké, ik snap dat het uiteinde van het snoer in een stopcontact gaat en dat er dan op een knopje geduwd moet worden. Of aan een schakelaar geschoven. Dat ligt aan het type weet ik uit ervaring. Als het een beetje meezit, ontstaat er na het duwen of schuiven een zee van licht. Dat werkte hier in huis tot voor kort naar ieders tevredenheid.
De tweeëndertigjarige vloerlamp naast de bank kreeg het spontaan op zijn heupen. Het apparaat begon te piepen, te kraken en te sissen alsof het een gedrogeerde weerwolf was.
En dus werd er vandaag een langwerpig pakket thuisbezorgd. Tussen de vijf lagen karton kwamen er delen van een uplighter en een extra leeslamp tevoorschijn. Ik had me natuurlijk vakkundig in de terminologie verdiept zodat ik wist dat een uplighter een oplichter was. Maar ik had verder geen idee wat de charme of het nut daarvan was. Het ging mij om het halverwege te positioneren leeslampje.
Omdat ik de hoofdprijs voor de lamp betaald had, dacht ik een geheel opgebouwd en direct werkend exemplaar aangeboden te krijgen. Het was dus een ferme tegenvaller om te moeten constateren dat de doos een allegaartje aan elementen bevatte.
Ik ben geen fan van bouwpakketten. Als kind wist ik me al geen raad met lego en meccano. Mijn huisjes van lego leken altijd op duikboten. De hijskranen die ik van meccano bouwde, hadden meestal meer weg van grasmaaiers of driewielers.
Daar zat ik dan op m’n knieën. Buizen, rare schroefjes, een stukje gereedschap, een glasplaat en een soort discus lagen er voor me uitgestald. Na bestudering van de Aziatische gebruiksaanwijzing leek de discus bedoeld te zijn voor de stabiliteit aan de onderkant.
Na een uurtje of twee doorwerken, was er iets ontstaan dat dicht in de buurt van de bijgeleverde tekening kwam. Waarschijnlijk had ik mezelf overtroffen en zat alleen de glasplaat verkeerd om aan de lamp bevestigd. Een kniesoor die daar op zou letten.
“Laat er licht zijn”, bad ik. Ik zat nog steeds op mijn knieën.
Ik reikte naar het lichtknopje. ‘Klik’. Het bleef donker. Na een kwartier van opperste vertwijfeling zag ik dat er een draad door de buizen had gemoeten. Ik begon opnieuw. Bij dageraad kwam eindelijk de verlossing. Er was licht.
Héél, héél lang geleden was er een grote bouwer die de wereld op z’n dooie akkertje in zeven dagen schiep. Nu ik uitgeput op de bank lag, leek me die prestatie uit den beginne te grenzen aan het onmogelijke. Ik nam me voor om mijn nieuwe leeslamp in te wijden met het lezen van het bekendste boek aller tijden waar de werkwijze van het Opperwezen tot in detail beschreven staat. De kennis die ik daarbij opdeed, zou zijn paradijselijke vruchten af gaan werpen bij mijn toekomstige projecten. Daar was ik heilig van overtuigd.