Hij scheet pontificaal op het gras. Of misschien was het wel een zij. Dat kan ik bij honden van bovenaf nooit zien. Het bazinnetje knikte goedkeurend toen het beest aan zijn of haar gefabriekte hoop stront had geroken. Waggelend liepen ze samen verder. De dampende bolus bleef eenzaam achter.
Ik bezag het mopperend van een afstandje. Fecaliën van viervoeters op stoepen, grasveldjes en parken dienen in een meegebracht zakje gehannest te worden om daarna met een fraaie boog in de dichtstbijzijnde afvalbak te belanden.
Als je zo’n werkje als roedelleider te smerig vindt dan moet je een robotje als huisdier nemen.
Zelf heb ik altijd biologische afvalzakjes bij me. Als versiering hebben die kleine hondenpootjes. Het poepgebeuren mag ook best leuk zijn wat mij betreft.
Mijn hond had een uur eerder haar voedzame maaltijd genuttigd en voelde nu de natuurlijke aandrang om het achterwerk tot op twaalf centimeter van de grond te brengen. Het werd een fraaie hoop.
Ik werkte de handel in het zakje en sjokte kalmpjes richting afvalbak. De dame had het rondje er al opzitten en kwam met haar hond op me toegelopen. Ik zag mijn kans schoon. Ik zwierde vrolijk met het zakje poep en sprak haar glimlachend aan.
“Kijk eens, het is weer een flinke. Gelukkig ruimen u en ik de behoeften van onze honden altijd keurig op, maar u moest eens weten hoeveel viezeriken dat simpelweg vertikken. Elke dag krijg ik wel hondenstront aan mijn schoenen. Smeerlappen zijn het. De baasjes bedoel ik dan hè.”
Ze keek me verschrikt aan, knikte heel snel drie keer en spurtte er als een haas met haar hond vandoor.
In de weken die volgden, zag ik haar steeds wegkijken als ze me ontwaarde. Maar op die broeierige avond in juni had ik eindelijk beet. Ze had me niet gezien. Haar hond was weer lekker gaan zitten en het resultaat mocht er zijn. Zij had de hoop ook deze keer laten liggen en ik greep mijn kans. Ik had er mijn handen vol aan. Het builtje zat tjokvol. Ik nam het mee en zorgde ervoor dat ik haar op de wandeling weer tegenkwam.
“Goedenavond mevrouw, u bent onderweg wat verloren. Hier hebt u het terug.”
Ik haalde mijn hand achter mijn rug vandaan en zij stak die van haar automatisch uit. Toen de poepbuil in haar hand lag, trok ze wit weg.
“U bent vandaag waarschijnlijk per ongeluk vergeten een zakje mee te nemen en daarom heb ik het even voor u opgeraapt”, zei ik. Rustig bleef ik haar aankijken. Haar witte gezicht kleurde nu rood. Ik draaide me tergend langzaam om en liep kalm op huis aan.
Mijn hond kwispelde vrolijk.