Maaltijd om je vingers bij af te likken

Ik ben een wereldreiziger van lik-me-vestje. Een kilometer of tien van huis is voor mij al een gruwelijk eind uit de richting. Dat ik net voor oudjaar in Tsjechië verzeild raakte, is op z’n minst verbazingwekkend te noemen. Een afstand van bijna zevenhonderd kilometer overbruggen, is niet bepaald een genoegen waar ik warm voor loop. Zeker niet in de winter. En dan moet je zo’n zelfde stuk nog terug ook. Dat ik vanaf de achterbank van de auto, met een e-reader binnen handbereik, de tocht zou mogen doorstaan, had me over de streep getrokken.

Het was ijzig koud en de zon liet zich die week precies achtendertig seconden zien. Voor een kleurenblinde is wit prima herkenbaar maar iets meer tinten grijs had voor mij wel gemogen. De sneeuw bleef maar vallen en vallen. Je moet je in gezelschap van vrouw en vrienden toch een beetje van de goede kant laten zien en met gecamoufleerde tegenzin toog ik na een eerste, onrustige nacht in alle vroegte naar buiten om de auto uit te graven. Ik kon de plek waar die stond gelukkig snel lokaliseren aan de hand van antenne die nog zichtbaar was. Na een half uur noeste arbeid liep ik de rest van de week kreupel.

Het Ertsgebergte is een prachtige streek en in Tsjechië kun je heerlijk eten voor een bedrag waar je in Nederland nog geen frietje met een halve frikadel voor kunt krijgen. Het bier zit in flessen van halve liters en dat mag ook als een groot pluspunt gezien worden. Mijn vriend de chauffeur is een ervaren rot en de auto bleek buitengewoon geschikt om al die winterse ellende te trotseren. Toch kneep ik mijn billen bij elkaar toen we door een sneeuwstorm op weg waren naar een leuk restaurant in een dorpje dat bijna van de buitenwereld was afgesloten.

De jongedame die de bestelling kwam opnemen, was begiftigd met die befaamde Tsjechische vriendelijkheid. Helaas had ze ook gevoel voor humor. Ze stond er grinnikend op dat we het eten dat we wensten te nuttigen in haar taal kenbaar maakten. Het grapjurkje. Er stond maar één gerecht op het menu dat ik in het Nederlands meende om te kunnen zetten en waarvan ik hoopte dat mijn uitspraak tot het gewenste resultaat zou leiden.

De restaurantjuffrouw was zeer onder de indruk van mijn tongval. Ze glimlachte en klopte me op de schouder. Dat Tsjechisch is best een moeilijke taal. Om niet te zeggen amper uit te spreken voor een dialectspreker uit Brabant, dus ik glom van trots. Na een stief kwartiertje kregen mijn disgenoten heerlijke maaltijden voorgezet en staarde ik wat onthutst naar mijn bordje met de krokety. Ik had het gevoel dat ik het telwoord twee mogelijk iets beter had dienen te articuleren. Ik liet me echter niet kennen noch uit het veld slaan omdat de knappe, jonge vrouw me opnieuw charmant toelachte. Na zes joekels van kroketten naar binnen te hebben gewerkt, zat ik tot mijn huig toe vol. Terug in ons huisje nam ik het woordenboek het toilet mee in en kon ik dankzij hevige buikkrampen ruim drie kwartier ongestoord oefenen op de Tsjechische telwoorden één tot tien.

21 gedachten over “Maaltijd om je vingers bij af te likken”

Reacties zijn gesloten.