Tim Krabbé heeft met Een goede dag voor de ezel een bijzonder lezenswaardig boekje geschreven. Boekje is hier absoluut niet denigrerend bedoeld maar slaat op het aantal bladzijden. 118 om precies te zijn.
Krabbé is sowieso niet van de dikke pillen. De meeste van zijn boeken (De renner, Het gouden ei, De grot) komen niet aan de tweehonderd bladzijden.
Tim Krabbé is een begenadigd verteller met een heerlijk vlotte maar precieze schrijfstijl.
Hij gebruikt geen woord te veel om zijn verhaal te vertellen. Op zijn manier heb je dan ook geen vijfhonderd pagina’s nodig om een prima boek af te leveren.
Het zou jammer zijn om te veel over de opbouw en inhoud prijs te geven. Een goede dag voor de ezel steekt zo goed in elkaar dat je al snel een deel van de clou weg aan het geven bent.
Het verhaal gaat over de keuzes die Micha Koreman en Wybren Fechter maken. En over de alternatieven waar ze niet voor kiezen.
De twee mannen kennen elkaar niet. Toch worden beide levens op hun kop gezet door datgene wat Esther – de vijftienjarige dochter van Wybren – heeft moeten doorstaan.
Rationeel gezien zou je de daden van met name Micha afkeuren. Maar óók daden waar je al lezend begrip voor op kunt brengen. Of misschien zelfs stiekem wel bewondering.
Het feit dat Tim Krabbé het voor elkaar krijgt om de lezer hierin mee te krijgen, geeft eens te meer aan wat een prima schrijver hij is.
Het boek heeft vaart en ontroert af en toe. Daarnaast geeft het een overtuigende kijk in de hoofden van zowel Micha als Wybren en Esther.
Een goede dag voor de ezel is een sterk geschreven en tot nadenken stemmend werk dat je in vliegende vaart wenst uit te lezen.
Dilemma’s: wie krijgt er niet mee te maken?
En dan blijkt het inderdaad ook nog eens een goede dag voor de ezel geweest te zijn.