Een confronterend gesprek

‘Ze zijn veel te lang’, gooide zij er plompverloren uit.
‘Wie zijn er veel te lang?’, vroeg ik.
‘Niet wie, maar wat. Die stukjes van je. Zulke lange epistels kunnen echt niet meer in deze tijd.’
‘Aan hoeveel woorden had je gedacht dan?’
‘Aan die van je leeftijd.’
Ik had in mijn drieënzestigjarige leven nog nooit zoiets ridicuuls van iemand te horen gekregen.

25 gedachten over “Een confronterend gesprek”

  1. Ik beken, ik heb ze nageteld. Ben benieuwd hoe lang je erover hebt gedaan. Een lange tekst is vaak makkelijker dan een korte…

  2. Je leeftijd is niet belangrijk voor me dus ik tel de woorden niet;-)
    Maar in ieder geval heb ik jouw stukjes nooit als te lang ervaren
    Zou ook een gevalletje van die balk in eigen ogen zijn om over de splinter in andermans oog te vallen . Al leg ik mezelf dan wel de beperking op van maximaal 500 woorden, maar dan toch uitzonderingen daar gelaten;-)

    • Ik merk wel dat ik ze door de jaren heen korter ben gaan maken. Vroeger draaide ik mijn hand niet om voor achthonderd woorden. Dat vind ik als lezer tegenwoordig ook wat aan de lange kant.

      • Voor een willekeurig logje wel ja, maar een enkele keer kán het onderwerp zich er voor lenen. En dat scheelt het nog hoe men de pagina indeelt, gewoon platte tekst zonder alinea’s of een plaatje hier en daar kan een hele kluif zijn.

Reacties zijn gesloten.