Arrival – Een buitenaards feest

De bioscoopbon keek me vanaf de salontafel aan. Ik vond het tijd om weer eens een film op een lekker groot scherm te gaan zien. Helaas was die bioscoopbon niet van mij.
“Arrival schijnt wel goed te zijn”, liet ik me relaxed ontvallen.
“Wat is het voor iets?”, vroeg ze.
“Science fiction”, antwoordde ik hoopvol.

Veertig jaar geleden ging ik voor het laatst zonder gezelschap naar de bioscoop en die mijlpaal kon ik nu in mijn uppie zonder bioscoopbon gaan vieren.
Bij mijn favoriete bioscoop – die meer dan welkome plaspauzes heeft – begon de film pas na half tien. Dat tijdstip was me nét iets te gortig voor een doordeweekse avond. Ik kocht noodgedwongen een kaartje bij de concurrent waar geen toiletbezoek op het programma stond. Stiekem verliet ik te vroeg mijn werk en zat om exact vijf uur in de middag met een flesje cola in de hand het begin van de film af te wachten. Het licht dimde na tien minuten en Arrival begon. Dat werd nog 116 minuten de plas ophouden tijdens mijn eigenhandig gecreëerde feestje. Mijn blaas raakte al direct in een kramp door dat vooruitzicht.

Arrival was écht goed. Ik zat in het epicentrum van de zaal – op de middelste stoel van de middelste rij – en werd moeiteloos de film ingetrokken. Het buitenaards bezoek, de communicatie en miscommunicatie, een ander begrip van de tijd, heerlijk acteerwerk en een perfecte soundtrack maakten dat ik mijn cola vergat. Je hebt af en toe van die films. Net zo intrigerend als Contact en Interstellar om er een paar te noemen.
Na een klein uurtje begon ik toch wat te transpireren. Mijn blaas stond op springen. Ik wilde eigenlijk niets van de film missen maar er was geen ontkomen aan. Ik vluchtte met X-benen de zaal uit. De klok in de hal leek me niet zo punctueel. Zeker drie kwartier liep die voor naar mijn idee.
Toen ik na de verlossende plas hijgend de zaal weer in stormde, had ik geen flauw idee waar het midden zich bevond. Het was pikkedonker. Tastend, zuchtend, vloekend en half vallend lukte het me uiteindelijk om de stoel met mijn jas en flesje cola terug te vinden. Vijftien minuten later was de film afgelopen. Die klok in de hal had wél goed gestaan. De tijd was ongekend en onwerkelijk snel voorbij gevlogen. Dat laatste kwartiertje had mijn blaas wel gered, dacht ik wat spijtig.
Op de weg naar huis trakteerde ik mezelf op een knakworstje, een frikadel en een kroket. Feestjes moet je in stijl afsluiten.