Het woord doemdenken komt uit de koker van Kees van Kooten en Wim de Bie. Het is één van de bekendste woorden van dit taalvirtuoze duo. Doemdenken betekent zoveel als in bijna elke situatie een catastrofale uitkomst verwachten. Ik ben echt een groot fan van Koot & Bie, maar aan dat doemdenken heb ik zachtjesaan een enorme hekel gekregen. Vooral omdat ik er zelf mee behept ben geraakt. Het moet er stilletjes, altijd al sluimerend aanwezig, sinds mijn pensioen geniepig bij me zijn ingeslopen. Het heeft me te pakken.
Doemdenken vereist dermate veel hersenactiviteit en lichamelijke inspanning dat ik er ineens – dankzij een lezeres die met er op attendeerde – achter was gekomen dat ik al meer dan twee maanden niets had geschreven. Ga dan maar eens uitleggen hoe dat kan.
Het doemdenken van donderdagmiddag 2 januari van dit jaar vond plaats ergens tussen tien minuten voor één en tien minuten over één in de middag. Ik fietste met mijn biljartkeu in een foedraal op mijn rug ergens tussen mijn woonplaats en het dorp waar ik mijn biljartkunsten zou gaan vertonen. Voor de volgende dag werd windkracht zeven verwacht. Links van me ontwaarde ik een grote plastic bal in het gras. De bal lag op de strook tussen het fietspad en de verharding waar de auto’s overheen zoefden.
Ik was alweer twee kilometer verder toen het tot me doordrong dat ik aan het doemdenken was geslagen. Die bal had ik weg moeten halen. Morgen zou het hard gaan waaien. De bal zou terechtkomen op de weg waar de auto’s reden. Een moeder met een half hockeyteam in de auto zou er overheen kunnen rijden. Van de klap zou ze in paniek raken en de controle over het stuur verliezen.
Ik durfde niet verder doem te denken. Ik kneep in mijn remmen, stapte af, stak de weg over en fietste twee kilometer terug.
De bal raapte ik op en bond die achter op mijn fiets. Een paar kilometer verderop was een grote afvalkorf naast het fietspad geplaatst, wist ik. Daar aangekomen wrikte ik de bal achter me los en mikte hem in de korf. Raak! Een catastrofe voorkomen!
‘Waarom ben je zo laat?’, vroegen mijn twee biljartmaten toen ik het biljartzaaltje binnen kwam gesjokt.
‘Doemdenken’, zei ik.
‘Waarom heb je al zo lang niets geschreven op je website?’, vroeg die aardige lezeres me in haar e-mail.
‘Doemdenken’, schreef ik haar terug.