Er hing een sneeuwuil in de kerstboom zag ik toen ik de lichtjes aandeed. Ik hou van uilen. Dat de sneeuwuil in onze kerstboom hangt, is te danken aan mijn vrouw. Ook dat de kerstboom er staat trouwens. Mijn vrouw houdt van kerstversieringen en ik zit op mijn luie reet steevast af te wachten wat er in huis op dat gebied voor fraais verschijnt.
Kerstmis en de dagen daarvoor zijn voor mij meer een tijd van contemplatie. Ik denk tijdens de laatste anderhalve week van het jaar meer dan normaal en dat wil wel eens tot onverwachte conclusies leiden. Logische gevolgtrekkingen zijn dat nooit omdat mijn hersenen in de loop van bijna zeventig jaar absurd veel zijpaden hebben ontwikkeld. Zo’n plattegrond in de bovenkamer leidt zelden tot rust. Eigenlijk durf ik wel te stellen dat ik van alles en nog wat in de paniekmodus schiet.
Behalve als paniek volstrekt logisch is. Dan ben ik ineens de rust zelve. Mijn hersenen ga ik na mijn verscheiden – het is nog niet zover bij mijn weten – aan de wetenshap cadeau doen. Daar moet een portie raars uitkomen om u tegen te zeggen.
Het was al donker. Rond kerst is dat in de vroege avond wel vaker het geval. Ik nam onze hond Yessie mee naar het park. Daar mag ze los om zeven keer een balletje te apporteren. Verder kan ze toch niet tellen. Bij de vierde worp van mijn kant brak de hel los. Angstaanjagend zwaar vuurwerk werd er uit het niets afgestoken. Ook honden kunnen het hazenpad kiezen. Naar het commando ‘wacht’ luistert Yessie perfect. Behalve nu. Ik was haar kwijt.
Ik bleef kalm omdat ik wist dat het goed zou komen. Omdat het goed móést komen. Het kokertje met ons telefoonnummer dat Yessie bij haar droeg, was ze twee dagen geleden verloren. We hadden er een paar weken daarvoor een gegraveerd hangertje bijgehangen. Onnodige zekerheid? Ik speel graag op safe.
Ik belde mijn vrouw. Met een zaklamp kwam ze er vijf minuten later aangesneld. Samen riepen we Yessie in het park. Het is een groot park met aan vier kanten drukke wegen. Ik bleef rustig. Wat je niet meer in de hand hebt, moet je accepteren. Yessie is een slimme hond. Ze zou het wel redden. Op zo’n moment heb ik een rotsvast geloof in een goede afloop.
Mijn telefoon ging over. Ik nam op.
‘Bent u uw hond kwijt?’
De klok slaat twaalf uur. Middernacht. Yessie ligt weer rustig aan mijn voeten, mijn vrouw is bezig met een legpuzzel, de sneeuwuil hangt nog steeds stoïcijns in de boom en ik tik op mijn gemak een stukje. Een huiselijk tafereeltje op de dag voor Kerstmis.
Twee uur later ben ik nog op. Ik neem de kop van Yessie in mijn hand.
‘Ik was wel een beetje bang’, zeg ik zachtjes.
Ze likt me over mijn neus.
Bijna Kerstmis. Tranen. Intens houden van.