De oude kerkklok

De oude kerkklok is niet te missen als je over de begraafplaats wandelt. Het vierhonderd kilo wegende gevaarte hangt op zes meter hoogte. Ik zag die kerkklok de eerste keer op een heel andere plek. Zes jaar was ik. We waren verhuisd van de ene kant van het dorp helemaal naar de andere kant. Naar een woonwijk waar alles nieuw of nog in de maak was.

Mijn vader moest op komen draven bij het hoofd van de school waar ik net drie maanden mijn stinkende best had gedaan om aap, noot, mies en de rest van het leesplankje foutloos te schrijven. Het was een jongensschool weggestopt achter akelig hoge muren. In de klassen met minuscule ramen stonden inktpotjes in de uitsparingen van vaalbruine bureautjes. De kroontjespennen produceerden meer inktvlekken dan goedgeschreven woordjes.

‘Er komt niets van je zoon terecht als je hem van deze school afhaalt’, had het hoofd nijdig tegen mijn vader gezegd. ‘Helemaal, maar dan ook helemaal niets.’ Het was nogal een bozige heer dat hoofd.
Mijn vader was niet onder de indruk en had zijn schouders opgehaald. ‘Hij gaat naar een andere lagere school. Dicht bij ons nieuwe huis. Een school waar ze balpennen hebben en waar jongens en meisjes samen in een klas zitten. Mijn zoon zal het zonder u wel redden.’
Het hoofd wees mijn vader verbolgen de deur.

Het hoofd van de school kreeg achteraf gezien wel gelijk, maar ik had op mijn nieuwe school een geweldige tijd. Zes heerlijke jaren minus dat eerste kwartaal liep ik er rond. In de derde klas mochten we eindelijk van de noodlokalen naar de nieuwbouw. De Sint Jozefkerk was twee jaar eerder al ingezegend door de bisschop. Los van de kerk stond een toren die op een wasknijper leek en die door iedereen ook zo genoemd werd. De kerkklok hing helemaal boven in de wasknijper.

Dertig jaar geleden werd de Sint Jozefkerk afgebroken. Ook de wasknijper en de kerkklok ruimden het veld. Mijn lagere school trof dat droevige lot jaren later. Een wezenlijk deel van mijn gelukkige jeugd leek voorgoed verdwenen.
Dan zie ik deze zomer de klok weer terug. Op de schitterende Oude Begraafplaats waar we een paar honderd meter vandaan wonen. Op die monumentale plek waar ik bijna elke dag even naar toe wandel om tot rust te komen.
Op de Oude Begraafplaats heeft de kerkklok van mijn jeugd een nieuwe bestemming gekregen. Imposant hangt hij in het fraaie ijzeren kunstwerk dat direct doet denken aan de wasknijper van vroeger.

De mystieke sfeer op de begraafplaats ontroert me ook vandaag weer. Ik sluit mijn ogen en luister. Buiten mijn hoofd blijft het stil, maar erbinnen begint de oude kerkklok zachtjes voor me te luiden.

18 gedachten over “De oude kerkklok”

  1. Wat fijn je weer te lezen, Mies! Begraafplaatsen zijn er om tot rust te komen, zo voelt dat tenminste voor mij, de stilte en de sfeer doen iets met je als mens!

  2. De rust heeft je goed gedaan, wat een prachtig nostalgisch stukje. Begraafplaatsen zijn kleine oases van rust in de hectische (steen)woestijnen van de grote steden. Fijn weer iets van je te horen.

  3. Prachtige laatste zin. Weemoed proef ik en liefde. Ik hou van die gewijde plekken. Rustpunt in roerig bestaan, het verstilde overpeinzen zal je goed doen, Mies. ❣️

Reacties zijn gesloten.