De koning met één oor

De koning in het schaakspel torst een kruis boven op zijn bolletje. Dat het een kruis is, moet je wel weten, want het lijkt er vaak op dat hij twee flaporen heeft.
De verkoop van schaakspellen had door de serie The Queen’s Gambit een ongekende vlucht genomen. We hadden een oud, klein en versleten schaakspel waarvan de doos tot een maand geleden veertig jaar niet meer open was geweest. Het werd tijd voor een mooi nieuw spel omdat mijn vrouw graag schaken wilde leren. Bord en stukken die mijn goedkeuring weg konden dragen, vond ik in Nederland nergens meer en dus bestelde ik het spel noodgedwongen in een land heel ver hier vandaan.

Het schaakspel was een maand onderweg. De doos openbaarde, nadat die eindelijk gearriveerd en geopend was, zijn inhoud en mijn vrouw was er zichtbaar mee in haar nopjes. Mijn vrouw vindt het spel heel leuk heb ik gemerkt. Zelf raakte ik na de hernieuwde kennismaking weer hopeloos verslaafd. Zoiets ligt aan de genen die je hebt. Mijn vrouw heeft heel normale terwijl ik totaal onberekenbare bezit. Ik sloot een abonnement bij een schaaksite af en speelde binnen een dag weer als een gek. Af en toe tegen mijn vrouw op ons nieuwe bord en de rest van de tijd achter mijn beeldscherm.

Ik kreeg het warm van binnen toen ik ontdekte dat van half tot eind januari het beroemde grootmeestertoernooi in Wijk aan Zee gespeeld werd. Er was natuurlijk vanwege de pandemie geen publiek aanwezig, maar de spelers zaten er wel. De wereldkampioen en nummer 1 van de wereldranglijst Magnus Carlsen was er. De nummer 2 Fabiano Caruana was er. Twaalf andere toppers waren er. Het werd twee weken puur online genieten. Als ik zelf niet aan het spelen was, keek ik. Ik keek en speelde. Ik speelde en keek. Tergend spannend was het toernooi. Ik zat tot en met die grandioze finaledag aan mijn computerscherm vastgeketend. De 21-jarige Nederlander Jorden van Foreest won, na een barrage met die andere Nederlander Anish Giri, heel verrassend de 83ste editie van dit Tata Steel-schaaktoernooi. Jan Timman was in 1985 de laatste Nederlandse winnaar geweest.

‘Potje schaken?’, vroeg ik aan mijn vrouw.
‘Alweer?’, verzuchtte ze.
Ik stelde de stukken op.
‘Hé, de donkere koning mist een oor’, zei mijn vrouw.
Ik zag nu ook dat er aan dat belangrijke stuk iets ontbrak.
‘De helft van zijn kruis is weg, maar dat het een kruis is, moet je natuurlijk wel weten.’
‘Stuur het spel maar terug, want ik vind het niks zo’n koning met één oor.’
‘Ja lekker, dat spel is een maand onderweg geweest en ik heb geen zin in al die rompslomp. Er is gewoon een stukje van zijn kruis af. We houden het gewoon.’
‘Maar zo’n koning met één oor ziet er verschrikkelijk uit.’
‘Schaken is strijd waar gesneuveld wordt. Als je echt meent dat daar een oor zat dan doe ik er wel een pleister op.’