De koelte van de kerk

Ik ben altijd de laatste Nederlander die tijdens een hittegolf zijn trui uittrekt. Het moet echt een eindje boven de dertig graden zijn, wil je me zonder wol aan de bovenkant zien. Waarschijnlijk ben ik een gereïncarneerd koukleumend schaap. Ik begin niet zo snel te zuchten en te kreunen van een beetje hitte.
De temperatuur was opgelopen tot 34 graden en dat was slechts de voorbode van wat nog ging komen. Een dag of negen tropisch weer had ik de weerman horen voorspellen. Mijn trui moest er nu toch echt aan gaan geloven, wilde ik niet door iedereen nagestaard worden. Ter compensatie zette ik een petje op mijn blote bolletje. Dat was meteen ook een goede afweer tegen de felle zon had ik eens opgevangen.

Ik liep op mijn gemak naar het centrum van ons dorp. Het was lekker aangenaam zo zonder een zuchtje wind. Midden op het marktplein stond ik even stil om rustig mijn zonden te overdenken toen ik in de verte zag dat de deur van de kerk open stond. Ik ben een afvallige katholiek dus dat ik naar de ingang sjokte was wel apart.
Binnen was het erg koel en stil. Hordes mensen overspoelden de terrasjes buiten, maar hier was geen gelovige of ongelovige ziel te vinden. Ik zette mijn petje af. Dat leek me wel gepast. Ik liep naar de achterste bank en ging op de hoek zitten. Hemels licht viel door de prachtige glas-in-loodramen. De rust voelde weldadig aan en verwarmde me.

Een kwartier bleef ik in gedachten zitten. Het besef dat ik wel erg op mezelf gericht ben, drong zich op. Alleen door wekelijks een stukje te schrijven zou er voor mij wel geen zaligverklaring in zitten. En een heiligverklaring zoals Franciscus van Assisi ten deel was gevallen al helemaal niet. Je denkt de raarste dingen in de stilte van een kerk als afvallige katholiek.
Ik denk dat Franciscus in me opkwam omdat ik een paar dagen eerder muziek ontdekt had waarvan de tekst aan hem toegedicht wordt. Stilletjes sprak ik op de laatste rij in kerk de paar zinnen die ik ervan onthouden had. Ik had nog een hele weg te gaan, wist ik toen ik de kerk verliet en terug naar huis wandelde.

23 gedachten over “De koelte van de kerk”

  1. Als afvallige protestant weet ik de katholieke kerk , of liever gezegd hun kapelletjes ook wel te vinden.Om te voorkomen door de daar heersende koelte bevangen te worden steek ik daar dan een kaarsje aan , dat lijkt daar de gewoonte te zijn want er branden er altijd wel een paar.
    Had het wel sfeervol gevonden wanneer men er dit muziekje zachtjes op zou zetten, maar ik had natuurlijk niet gemeld dat ik zou komen vorige week.

  2. Soms vind ik het jammer dat in Nederland niet meer kerken de deuren op hebben staan. In het buitenland kan je vrijwel iedere kerk bezoeken. Heerlijk die stilte, of soms een organist, zelfs wel eens met leerling die vele stukjes moet herhalen.
    Wat ik echter wel uit eigen ervaring weet weet is, dat als je als leerling in de kerk orgelles krijgt, dan kan die kerk nog zo koel zijn, maar aan het eind van de les plak je aan de orgelbank vast met je achterste. En je vingers blijven nog net niet aan het klavier vastzitten.

Reacties zijn gesloten.