Als je de oude begraafplaats via de hoofdingang binnenkomt, zie je de engel meteen rechts van je. Het beeld moet tamelijk oud zijn, maar op deze begraafplaats staat het nog maar kort. De figuur is prachtig gerestaureerd door een vakman uit ons dorp. De vrijwilligers van de oude begraafplaats hebben een sokkel gemetseld waar de engel opgetakeld is. De engel heeft een schild voor zich met Franse tekst erop.
Mijn Frans was, vanwege bedroevende onoplettendheid vroeger, volkomen ontoereikend om iets zinnigs van die woorden te maken. Ik heb alles op moeten zoeken. Helaas ben ik het papiertje met de vertaling krijtgeraakt en is alles ook pijnlijk snel uit mijn geheugen weggesijpeld. Dat het een heel mooie tekst is, weet ik wel.
Voor me, met hun ruggen naar me toe, staan een dame en een kind naar de engel te kijken. Ze horen me niet aankomen.
‘Ik denk dat het Frans is’, zegt de vrouw tegen het meisje.
Ik kuch. Ze draaien zich om. Het lijken me grootmoeder en kleinkind.
‘Het is inderdaad Frans’, zeg ik om indruk te maken.
‘Wat staat er dan?’, vraagt het meisje dat ik op een jaar of zes schat.
‘Daar staat op dat deze engel uit Frankrijk komt’, zeg ik in de wetenschap dat ik onzin sta te verkopen.
Het meisje kijkt me dankbaar aan, maar ik schaam me ineens verschrikkelijk. Een leugen in de nabijheid van een stenen engel en van een kind dat niet beter weet, is niet goed te praten.
‘Het is niet waar wat ik net zei. Ik ben vergeten wat er staat’, vervolg ik. ‘Soms zeg ik maar wat.’
‘Misschien staat er dat de engel uit de hemel komt’, zegt het meisje. ‘Zou dat kunnen?’