Grijsje, onze auto die grijs is, was precies twee jaar en drie maanden in de running en stevende af op een uniek aantal gereden kilometers. Binnen een dag of drie zou hij er de omtrek van de aarde op hebben zitten. Daar moest ik natuurlijk een foto van hebben, want ik heb hersenen met rare kronkels. Op de terugweg van haar werk stopte mijn vrouw twee dagen later bij een benzinepomp omdat ze alles voor me over heeft. Het was op zich grote klasse van d’r want ze zat er maar drie kilometer naast. Natuurlijk had ik wat te mekkeren toen ze me de afbeelding trots liet zien. Te weinig kleur en niet scherp genoeg. Ik deed het de volgende dag – om één minuut over half zeven bij een buitentemperatuur van zeven graden – zelf niet veel beter, maar mijn foto had in ieder geval meer kleur. Er waren twaalf kilometers bijgekomen. De teller stond op 40090. De aarde rond plus op en neer naar de chinees in het dichtstbijzijnde dorp. Niet perfect, maar met de afwijking van vijftien kilometer toch aardig in de richting. Ik was niet ontevreden.
Ik vind het een hoop kilometers voor zo’n autootje in zevenentwintig maanden tijd. Toch was de tellerstand wel logisch, want al dat gerij lag aan de nieuwe baan van mijn vrouw. Grijsje moest er, als vervanging van onze achttien jaar oude rammelbak, vanwege die carrièreswitch komen.
‘Al die adressen waar ik nooit meer kom, kunnen onderhand wel uit het navigatiesysteem’, zei ze op zaterdagmiddag om twee minuten over drie.
‘Makkelijk genoeg’, antwoordde ik. ‘Eén keer op alles verwijderen drukken en het geheugen is weer maagdelijk blank.’
‘Nee, alsjeblieft niet. Alleen de adressen waar ik nooit meer kom. De rest moet blijven. Is daar geen handige oplossing voor?’
Ik begaf me naar Grijsje, stapte in, startte en scrolde eens door de lijst. Er kwam geen eind aan de adressen en ik liep snel weer naar binnen.
‘Ja, daar heb ik wel een oplossing voor hoor. Trek je jas maar aan dan gaan we naar een bos. Niet het bos, ons bos, maar een bos. Een bos heel ver hier vandaan. Het is een verrassing voor je.’
We reden weg van huis. De verbaasde blik van mijn vrouw was nog steeds niet verdwenen.
‘Het bos is een half uur rijden. Selecteer één voor één de adressen maar die eruit kunnen en druk op verwijderen. Op de terugweg kun je de andere helft doen. In een uur moet het volgens mijn berekening wel gepiept zijn.’
Toen we weer thuis waren, meldde mijn vrouw dat het strijken, het stofzuigen en het opmaken van het bed nog op het programma stonden.
‘Succes’, zei ik.
‘Nee, jij succes, want ik kan mijn pols vandaag onmogelijk nog bewegen!’
Ik was twee uur zoet met de huishoudelijke taken. Ik had kennis gemaakt met het dubbele boemerangeffect.