Ik had al twintig jaar een cd-rekje in plaats van een boekenkastje naast mijn bed staan. Zo’n cd-rekje is verdraaid onhandig om boeken in te zetten, omdat er alleen plastic hoesjes met zilveren schijfjes goed in passen. Boeken kunnen er niet rechtop in staan. Platliggen is het enige dat ze in zo’n rekje kunnen en dan steken ze er nog een eind uit ook. Ik heb dat altijd een heel lelijk gezicht gevonden, maar het in elkaar zetten van weer een boekenkastje was een alternatief waar ik als een berg tegenop zag. Ik liet het dus maar zo. Jaar na jaar na jaar.
Ineens was ik het onhandige gefriemel met dat cd-rekje beu. Ik bestelde een boekenkast. Een kleintje van 30 centimeter breed, 30 centimeter diep en met de lengte van een doorsnee Hobbit uit In de ban van de ring. Een ruime meter de lucht in dus ongeveer. Met die bescheiden maten moest het in elkaar zetten, met wat doorzettingsvermogen, wel te doen zijn.
Ik verschoot behoorlijk toen ik de doos, waar alle losse stukken in zaten, open had weten te krijgen. Buiten 11 planken van verschillende afmetingen trof ik een builtje aan met heel veel schroefjes, spijkertjes, plugjes en frutseltjes die ik nog nooit van mijn leven gezien had. Nadat ik het builtje opengescheurd had, donderde alles op de grond. Ik raapte 111 items op.
Meestal moet ik van zo’n tegenvaller een dag of drie bijkomen, maar ik besloot deze keer dapper en voortvarend aan de slag te gaan. Het moet gezegd dat het resultaat, na een uurtje of vijf ploeteren, helemaal zo beroerd niet was. Het boekenkastje stond ongelofelijk stabiel en daarbij ook nog eens kaarsrecht. Ik had mezelf overtroffen. Eigenlijk was dat behoorlijk spijtig, want zo viel er natuurlijk niets spectaculairs over te melden.