Mijn grootvader had een kruidenierswinkel. Toen kwamen de Duitsers. Eén klop op de deur, één woord en het was gedaan met de winkel. Vijf jaar oorlog en ontberingen.
Ik hoorde de verhalen achteraf. Van de bombardementen, de angst, de doden en de deportaties. Ik lees boeken over de tweede wereldoorlog. Op 4 mei kijk ik naar de dodenherdenking. Ik zag Soldaat van Oranje. Ik moet het van horen zeggen, lezen en kijken hebben. Ik was nog niet geboren. Dat zou nog vijftien jaar duren.
Toen de Amerikanen en Canadezen in september 1944 mijn woonplaats introkken en de Duitsers verjoegen, was er ongekende opluchting en immense vreugde. Ik snap het, maar hoe het écht geweest moet zijn, is onmogelijk voor me om te voelen. Ik heb nooit een oorlog meegemaakt. Ik leef al heel mijn leven in vrede.
Ik zie al wel bijna zestig jaar mensen elkaar kapot maken. Oorlogen volgen elkaar in hoog tempo op. Machtswellustelingen die hele volken ophitsen. Landgenoten die elkaar of medemensen aan de andere kant van een grens afslachten. Ik zie het aan en ik vind het verschrikkelijk. De échte pijn, de vernedering en het verdriet voelen, kan ik niet. Ik leef in vrede, ik zit er niet tussen. Ik heb gewoon stom geluk dat ik hier zit. Op dit moment.
Vandaag trokken er honderden historische voertuigen uit de tweede wereldoorlog door Zuidoost-Brabant. Jeeps, motoren en vrachtwagens. 70 jaar bevrijding. Operatie Market Garden. Duizenden mensen langs de kant. Mooi om te zien. Historie om aan te raken. Maar het is vrede. Dat voelt anders.
Ik sta ook langs de kant. Dan komt het kippenvel. Dan komt eindelijk het gevoel. Hoe mijn grootouders, mijn ouders, mijn ooms en tantes en al die bevrijde inwoners van 70 jaar geleden hebben gejuicht. Hoe ze op de tanks en jeeps zijn geklommen. Hoe ze de tranen van jarenlang verdriet, pijn en frustratie plaats lieten maken voor die van vreugde en opluchting. Eindelijk voel ik in duizendmaal verdunde vorm wat zij toen voelden.
“Dit nooit meer”, riep de westerse wereld.
Het is goed om te blijven herdenken en te ageren tegen oorlog, geweld, onderdrukking en ongelijkheid. Maar de mens leert niet ben ik bang. De mens zal nooit leren. De mens zal andere levens kapot blijven maken. Tot aan de laatste snik. Werp een blik op de landkaart en zeg me of ik ongelijk heb.
Ik hou van mensen maar soms haat ik de mensheid.