Veertjes

Ze voelde zich in haar prachtige nest naast de schuurdeur al snel als een vis in het water. Merel keek me recht in het gezicht als ik voorzichtig langs kwam schuifelen.
‘Loop maar door hoor want ik vertrouw je wel’, leek ze daarmee te kennen te geven.
‘Keep up the good spirit’ sprak ik haar toe want Engels is de universele taal en wat ondersteuning kan elk levend wezen op zijn tijd wel gebruiken.

Lees meer

Merel en haar kinderen

Ik heb een nieuwe vriendin.
Merel heet ze.
Als ik denk dat ze ligt te slapen, ga ik even stilletjes bij d’r kijken.
Maar altijd hoort ze me en kijkt dan mijn kant op. Een beetje schuw lijkt het. Alsof ze nog niet zeker is van onze relatie.
Ik geef haar de tijd om aan me te wennen. Ik probeer voorzichtig met haar te zijn.
We kennen elkaar pas ruim een week. Ik was direct onder de indruk van haar schoonheid en verlegenheid. Het was haar keus om bij me in te trekken.
Hoewel ze een prachtig lijf heeft, is ze volgens mij niet één van de slimsten. Er was plaats genoeg maar ze koos een plekje dat weinig rust zou bieden.
In een hangende bloembak op ooghoogte precies naast de deur van de schuur. Op twintig centimeter van haar vandaan gaat de deur tientallen keren per dag open en dicht. Zo ziet ze fietsten, tuingereedschap en vuilnisbakken in en uit gaan.

Lees meer

Mrs. Stanhope

Als het regent dat het giet dan ga ik vanzelf trager fietsen.
Door zo’n tempodaling komt mijn overactieve brein tot rust heb ik gemerkt en borrelen er vooral nutteloze vragen op.
Waarom die hersenen van me zo raar functioneren weet ik niet want ik ben geen neuroloog.
Toen ik tijdens een plensbui op mijn dooie akkertje een filiaal van Hans Anders passeerde, vroeg ik me af wat de voornaam van Mrs. Stanhope ook al weer was.
Ik begrijp volkomen dat de naam Stanhope alleen bij mannen met grijze haren nog een minuscuul belletje doet rinkelen.
Laat ik het dus uitleggen: Mrs. Stanhope was de moeder van Bob.
Bob was geen klant bij Hans Anders. Of bij enige andere opticien. Hij had zijn bijnaam Arendsoog natuurlijk niet voor Jan Joker gekregen.

Lees meer

Gipsenkel

Ik ben een bevoorrecht mens. Op een stuk of zes verdwaalde waterpokken, wat onduidelijke symptomen van roodvonk en paar kleine hoestbuien na ben ik nooit echt ziek geweest. Ruw geschat heb ik in mijn leven negen paracetamolletjes naar binnen moeten werken.
Twintig jaar geleden moest ik toch onverwacht pas op de plaats maken. Bij een verhuizing werd ik achteruit lopend aangevallen door een loodzware massieve kast. Ik zag het afstapje niet en mijn enkel kreeg de volle laag toen ik de kast uit mijn handen liet donderen.
De stoeptegels aan de onderkant en de kast aan de bovenkant zorgen voor een luidruchtige schreeuw.
“Geïmplodeerd”, zei de arts in het ziekenhuis, “daar valt helemaal niks meer aan te herstellen. Gips erom en zes weken met het pootje de lucht in.”

Lees meer

Watervrees

Ik las in de krant dat door het smelten van de poolkappen de regenbuien steeds talrijker zullen worden.
Er werd een schrikbarende toename van zestig procent voorspeld in de loop van deze eeuw.
Zelf zal ik het ergste met een beetje geluk niet meer mee maken. Over enkele weken kan het grote aftellen beginnen.
Dan hoef ik volgens mijn net binnengevallen pensioenoverzicht nog maar negen jaar naar mijn werkgever te fietsen om maandelijks mijn schamele salaris te incasseren.
De weer-of-geen-weer fietsers, waartoe ik mezelf met gepaste trots toch maar reken, menen dat ze buitenproportioneel veel water op hun bolletje krijgen.
De autorijders roepen altijd dat we overdrijven en dat het met dat regenen allemaal enorm meevalt.
Ja, als je lekker droog zit, is het makkelijk praten.

Lees meer